SATEL
7. Configureren van de detector
Om de detector te configureren gebruikt u de knoppen op de module of de OPT-1
handzender.
De OPT-1 handzender van SATEL is hiervoor beschikbaar.
De configuratie mode starten
Druk de MODE knop op de module van de detector ongeveer 3 seconden in, of verbind de
SRVC aansluiting met de common ground. Nadat de configuratiemode gestart is beginnen
de LED's rood te knipperen. Het aantal keer knipperen betekent het aantal functies dat u kunt
uitvoeren (zie tabel 1).
Als u de knoppen - en
configuratiemode, dan worden de fabrieksinstellingen van de detector hersteld.
In de configuratiemode zal de LED verlichting niet werken.
Functies uitvoeren en parameters configureren
1. Gebruik de knoppen op de module (+ - volgende functie; - - vorige functie) of de
handzender knoppen (
die u wilt uitvoeren.
2. Druk op de MODE knop op de module of op de
uit te voeren. Nadat de functie is gestart, beginnen de LED's groen te knipperen. Het
aantal keer knipperen betekent de waarde die momenteel ingesteld is voor de parameter
die wordt geconfigureerd (zie tabel 1).
3. Gebruik de knoppen op de module (+ - volgende waarde; - - vorige waarde) of de
handzender knoppen (
parameter te configureren.
SLIM-PIR-LUNA-PET
+ tegelijkertijd 3 seconden ingedrukt houdt in de
- volgende functie;
- volgende waarde;
- vorige functie) om de functie te vinden
toets van de handzender om de functie
- vorige waarde) om de geselecteerde
9