muziek. Desgewenst kunt u tijdens de weergave
een ander Sync Type kiezen.
OD+FL (Overdrive + Flanger)
Het geluid wordt mild overstuurd en vervolgens
door een flanger (metalige resonantie) gehaald.
1
6
SLICER
3
5
2
1) Kies met de CH SELECT-regelaar het kanaal
waarop u het effect wilt gebruiken.
2) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op
[OD+DELAY] (de indicator begint te knipperen).
3) Kies met de FREQ RANGE-knop het gewenste
frequentiebereik.
4) Stel de gewenste parameterwaarden in.
Functies van de regelaars
Hiermee kiest u de afsnijfrequen-
tie. Door de regelaar in tegenwi-
RATE/CUTOFF
jzerzin te draaien verwijdert u
hoge tonen uit het geluid.
Hiermee bepaalt u de mate van
vervorming. Door in wijzerzin te
PITCH/DEPTH
draaien verhoogt u de vervorm-
ing.
Door deze regelaar in wijzerzin te
draaien verhoogt u de resonantie
(het geluid worden metaliger).
FORMANT/RESO
Let wel: deze parameter werkt
enkel indien BPM SYNC is inge-
schakeld.
Synchrone weergave
Door op [BPM SYNC] te drukken kunt u de snelheid
van de flanger synchroniseren met de maatsoort die
u met de [SYNC TYPE]-knop hebt gekozen.
5) Kies het SYNC TYPE (de LED begint te knipper-
en).
6) Druk op [BPM SYNC] om de synchronisatie te
starten. De SYNC TYPE LED blijft branden en
de BPM-indicator knippert in de maat van de
4
Houd ingedrukt
muziek. Desgewenst kunt u tijdens de weergave
een ander Sync Type kiezen.
DELAY
Voegt herhalingen (echo's) toe aan het geluid.
6
1
SLICER
5
3
1) Kies met de CH SELECT-regelaar het kanaal
waarop u het effect wilt gebruiken.
2) Druk op [DELAY] (de indicator licht op).
3) Kies met de FREQ RANGE-knop het gewenste
frequentiebereik.
4) Stel de gewenste parameterwaarden in.
Functies van de regelaars
Hiermee past u de delaytijd aan.
Door de regelaar in wijzerzin te
draaien kiest u een langere delay.
RATE/CUTOFF
Let wel: deze regelaar werkt in
dit geval enkel wanneer BPM
SYNC is uitgeschakeld.
Door de regelaar in tegenwijzer-
PITCH/DEPTH
zin te draaien verwijdert u hoge
tonen uit het geluid.
Door deze regelaar in wijzerzin te
FORMANT/RESO
draaien verhoogt u het aantal her-
halingen.
Synchrone weergave
Door op [BPM SYNC] te drukken kunt u de delayt-
ijd synchroniseren met de maatsoort die u met de
[SYNC TYPE]-knop hebt gekozen.
5) Kies het SYNC TYPE (de LED begint te knipper-
en).
6) Druk op [BPM SYNC] om de synchronisatie te
starten. De SYNC TYPE LED blijft branden en
de BPM-indicator knippert in de maat van de
muziek. Desgewenst kunt u tijdens de weergave
een ander Sync Type kiezen.
Opmerking: De maximale delaytijd bedraagt 1.3 sec.
Werken met effecten
2
4
13