10.
Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan
op de juiste connector op de systeemkaart.
OPMERKING:
Als u een optische schijfeenheid van het type SATA installeert, sluit u de
gegevenskabel van de eerste optische schijfeenheid aan op de witte SATA-connector op de
systeemkaart met de aanduiding SATA2. Sluit de gegevenskabel voor een tweede optische
schijfeenheid aan op de witte SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA3.
Raadpleeg
Connector voor systeemkaart op pagina 22
schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart.
11.
Plaats het voorpaneel en het toegangspaneel van de computer terug.
12.
Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan.
13.
Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
voor een illustratie van de
Stuurprogramma's installeren
41