Automatisch uitschakelen
ü Het apparaat is ingeschakeld.
1. Druk op de toets TIMER (14), voor het programmeren van
het automatisch uitschakelen.
ð De LED TIMER (13) brandt.
ð Op de segmentweergave (7) wordt het aantal uren tot
het automatisch uitschakelen weergegeven.
Standaard: 0.0
2. Druk herhaaldelijk op de toets TIMER (14), voor het kiezen
van het aantal uren tot het automatisch uitschakelen.
ð Het aantal uren wordt ca. 5 s op de
segmentweergave (7) weergegeven. Daarna wordt de
actuele relatieve ruimteluchtvochtigheid weergegeven.
3. Het apparaat werkt, tot de vooringestelde tijd tot het
uitschakelen is verstreken of tot het handmatig wordt
uitgeschakeld.
ð De timer is ingesteld op het gewenste aantal uren.
ð Het apparaat wordt na de vooringestelde tijd uitgeschakeld.
Let op
Het automatisch in- en uitschakelen kan worden
gedeactiveerd, door het betreffende aantal uren weer
op 0 in te stellen of door het handmatig in-, resp.
uitschakelen van het apparaat.
Een vol condensreservoir kan het apparaat ook voor
het verstrijken van het met de timer ingestelde aantal
uren uitschakelen.
Auto-stop-functie
Is het condensreservoir vol of niet correct geplaatst, stopt het
apparaat automatisch.
Bedrijf met slang aan de condensaansluiting
Voor langdurig continubedrijf of onbewaakte ontvochtiging,
moet een geschikte condensafvoerslang worden aangesloten op
het apparaat.
ü Een geschikte slang (diameter: 1/2") ligt klaar.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Verwijder het condensreservoir uit het apparaat.
10
2. Schuif een uiteinde van de slang op de slangaansluiting.
3. Plaats het condensreservoir weer.
4. Het andere uiteinde van de slang naar een geschikte
afvoer (bijv. afvoerputje of een voldoende groot
opvangreservoir) leiden. Zorg dat de slang niet wordt
geknikt.
Verwijder de slang als het condens weer moet worden
opgevangen via het condensreservoir. Laat de slang voor het
opslaan drogen.
luchtontvochtiger TTK 29 E / TTK 51 E / TTK 70 E
NL