Elektrische installatie
De elektrische aansluitingen dienen te worden
uitgevoerd overeenkomstig de plaatselijke voorschriften
en volgens de schema's in dit boek (blz. 12).
Controlepunten vóór opstart:
Alvorens de luchtontvochtiger op te starten, dienen de
volgende controles te worden uitgevoerd:
1.
controleer of de werkschakelaar de unit
spanningloos maakt (of de steker uit de
wandcontactdoos nemen).
2.
Zet de oranje tuimelschakelaar op de unit in
de stand OFF.
3.
Open het bovenpaneel van het apparaat en
controleer of er geen losse en/of vreemde
onderdelen in de unit aanwezig zijn.
4.
Controleer of kleppen in de luchtkanalen open
zijn en de kanalen schoon.
5.
Controleer of het luchtfilter aanwezig is.
6.
Controleer of de juiste zekeringwaarde is
geïnstalleerd (10A).
7.
Schakel de voedingsspanning in m.b.v. de
werkschakelaar of doe de steker in de
wandcontactdoos.
8.
Kies de ON positie met de oranje schakelaar op
de unit, voor ca. 3-4 seconden (de zwarte
schakelaar in de stand MAN). Controleer of de
rotor langzaam begint te draaien, de ventilator
opstart en de oranje controlelamp brandt.
Schakel de unit weer uit.
9.
Monteer het inspectiepaneel weer en controleer
of de afdichtingen goed aansluiten.
10.
De luchtontvochtiger is nu gereed voor
inbedrijfstelling.
11.
Start de luchtontvochtiger op en controleer of
de unit werkt met de correcte luchtvolumes,
door deze in de kanalen te meten. Een indicatie
voor een goede werking is, als de Ampéremeter
op de voorzijde ongeveer 5A aanwijst.
12.
Vanuit de fabriek is de unit zodanig bedraad, dat
in de stand AUTO, de hygrostaat of regeling, de
unit in zijn geheel aan/uit regelt.
Als alternatief kan ook alleen de regeneratie-heater
aan/uit worden geregeld en kan de ventilator continu
blijven draaien.
Zie het elektrisch schema op blz. 12.
Onderhoud
Opmerking! Alvorens onderhoud en/of servicewerk-
zaamheden uit te voeren:
*
Schakel de luchtontvochtiger ca. 15 min. vóór
het openen al uit, teneinde de heater te laten
afkoelen.
*
Maak het apparaat spanningloos alvorens het te
openen.
De onderhoudsfrequentie van de luchtontvochtiger is
afhankelijk van de omgevingscondities en de betref-
fende installatie. Aanbevelingen hiervoor lopen dus per
installatie nogal uiteen.
Wanneer onvoldoende onderhoud wordt gepleegd, kan
dit resulteren in een verminderde capaciteit.
Filter
De luchtontvochtiger is uitgerust met één luchtfilter,
voor de proceslucht en voor de regeneratielucht. Het
filter bevindt zich direct achter de aanzuigopeningen en
reinigt de aangezogen lucht, voordat deze in de lucht-
droger komt.
De filter wisselfrequentie is afhankelijk van de vervuiling
van de lucht en de bedrijfstijden.
Wij adviseren om het filter maandelijks te controleren en
zondig te vervangen.
Laat de unit nooit zonder filter werken, de rotor kan
beschadigen door stof en vuil.
Rotor
De rotor op zichzelf behoeft geen onderhoud. Echter
wanneer nodig, dient deze wel gereinigd te worden.
Hiervoor dient bij voorkeur perslucht gebruikt te worden.
Bij hardnekkige vervuiling kan de rotor met water
worden gereinigd. In alle gevallen dient dit met zorg te
gebeuren, opdat het rotormateriaal niet beschadigd.
Reinigen met water vereist een bepaalde nabehande-
ling, raadpleeg DehuTech of de leverancier voor advies.
Controleer de lagering en het rotoroppervlak minimaal
eens per jaar.
Elektromotoren
De elektromotoren zijn uitgerust met kogellagers. Deze
zijn levenslang gesmeerd en behoeven geen nazorg.
Controleer de motoren minimaal jaarlijks op een even-
tueel abnormale geluidsproductie.
Heater
De elektrische heater voor de regeneratielucht vereist
geen speciaal onderhoud. Tweemaal jaarlijks controle-
ren op stof en vuil verdient aanbeveling. Reinigen met
een zachte borstel en/of stofzuiger. Voorzichtig schoon-
blazen met perslucht is ook een mogelijkheid.
5