Rotoraandrijving
De rotor wordt aangedreven door een elektromotor met
tandwiel-reductiekast en riem. De riem loopt over de
omtrek van de rotor. Een mechanisme zorgt dat de riem
op de juiste positie en spanning blijft. Inspectie vindt
plaats via het afneembare bovenpaneel.
Lagering rotor
De as is vervaardigd uit RVS en de rotor voorzien van
glijlagers.
Rotorafdichtingen
De rotorafdichtigingen bestaan uit zelfstellende
sleepafdichtingen. De complete rotor-unit, incl. rotor,
aandrijving, lagering, enz. kan als één complete unit uit
het apparaat genomen worden.
Filter
De luchtontvochtiger heeft één luchtfilter, voor de
proceslucht en de regeneratielucht. Filterklasse EU-3.
Ventilator voor proceslucht en regeneratielucht
De ventilator is direct gedreven en van het radiaaltype,
met standaard éénfasemotor, klasse IP54, ISO F.
Inspectie en service vindt plaats via het afneembare
bovenpaneel. De ventilator kan in zijn geheel uit de unit
genomen worden.
Heater voor regeneratielucht
De elektrische heater is van het PTC-type (Positieve
Temperatuur Coëfficiënt). Dit type kan niet worden
oververhit en biedt de mogelijkheid tot traploze regeling
tussen 50-100%, door simpelweg de regeneratielucht-
hoeveelheid te regelen.
Elektrische componenten
De elektrische componenten zijn in het apparaat ge-
monteerd en zijn bereikbaar via het afneembare boven-
paneel.
Schakelopties
Met de tuimelschakelaars op de luchtontvochtiger
kunnen verschillende bedrijfsvormen worden gekozen:
OFF
: luchtontvochtiger uit;
ON
: luchtontvochtiger aan (bedrijfsgereed);
MAN
: luchtontvochtiger continue aan;
AUTO
: Automatisch bedrijf via separate
hygrostaat of ander extern start/stop
signaal (potentiaalvrij contact).
Installatie
Installatie en bereikbaarheid voor service.
De Dehutech luchtontvochtigers zijn ontworpen voor
horizontale binnenopstelling.
Alle mechanische componenten zijn bereikbaar via het
afneembare frontpaneel. Voor inspectie en service,
wordt een vrije ruimte van 1200 mm aan de voorzijde
aanbevolen om filter, ventilator en de rotor te kunnen
onderhouden of vervangen.
Kanaalaansluitingen
De luchtontvochtiger kan zowel in de te ontvochtigen
ruimte als in een nevenruimte worden opgesteld.
Kanaal voor vochtige lucht uit de luchtontvochtiger
De vochtige lucht vanuit de luchtontvochtiger dient naar
buiten te worden afgevoerd. Het luchtkanaal hiervoor
moet zo kort mogelijk zijn, om het risico van
condensatie te vermijden. Om te voorkomen dat even-
tueel condensaat naar de luchtontvochtiger loopt, dient
dit kanaal met afschot naar buiten te worden gevoerd.
In de afvoeruitlaat dient een gaasrooster geplaatst te
worden.
Wanneer het afvoerkanaal lang moet zijn of omhoog
moet lopen, dan dient in een condensopvang met
afvoer te worden voorzien op het laagste punt.
Een inregelklep in dit luchtkanaal wordt normaliter
toegepast om de correcte regeneratieluchthoeveelheid
in te regelen.
Regeneratielucht naar de luchtontvochtiger
Het kanaal voor regeneratielucht dient zo kort mogelijk
te zijn. De aanzuigopening te voorzien van een gaas-
rooster, om te voorkomen dat voorwerpen in de unit
terecht komen. Isolatie is niet nodig en het op- of
aflopen is ook niet van belang.
Soms kan, als alternatief, de regeneratielucht uit de
ruimte worden betrokken. In dat geval is hiervoor geen
luchtkanaal nodig.
Luchtontvochtiger opgesteld in de ruimte
Wanneer de luchtontvochtiger in de te drogen ruimte is
opgesteld, wordt de te drogen lucht normaliter direct uit
de ruimte aangezogen, zonder luchtkanaal. Alleen een
gaasrooster op de luchtinlaat volstaat dan. De ge-
droogde lucht wordt normaliter d.m.v. een luchtkanaal
verdeeld of naar de te drogen objecten gebracht.
Wanneer het apparaat onder de vloer wordt opgesteld,
is het vaak gewenst hier een licht negatieve druk te
laten heersen om te voorkomen, dat vocht en geur in
het gebouw dringt. In dit geval wordt de regeneratie-
lucht naar buiten afgevoerd.
Luchtontvochtiger buiten de ruimte opgesteld
In dit geval worden normaliter alle aansluitingen met
luchtkanalen uitgevoerd. Het apparaat onttrekt de te
drogen lucht aan de betreffende ruimte, al of niet
voorbehandeld (gekoeld of verwarmd). De gedroogde
lucht wordt weer in de betreffende ruimte terug-
geblazen, al of niet nabehandeld. Een inregelklep in het
luchtkanaal biedt de mogelijkheid tot inregelen van de
correcte luchthoeveelheid.
4