Met de PowerAssist-functie kan de Quattro-II tot 3 kVA (dat is 3000 / 120 = 25 A) toevoegen aan de uitgang tijdens perioden
waar piekvermogen nodig is. Samen met een maximale ingangsstroom van 50 A betekent dit dat de uitgang tot 50 + 25 = 75 A
kan leveren.
Een aardlekschakelaar en een zekering of stroomonderbreker die geschikt is om de verwachte belasting te ondersteunen,
moeten in serie met de uitgang worden meegeleverd en de doorsnede van de kabel moet dienovereenkomstig worden
aangepast.
• AC-OUT-2
Er is een tweede uitgang beschikbaar die de verbinding verbreekt met z'n belasting in het geval van accu-werking. Op
deze aansluitingen is apparatuur aangesloten die alleen kan werken als er wisselspanning beschikbaar is op de AC-IN-1,
bijvoorbeeld een elektrische boiler of een airco. De belasting op de AC-OUT-2 wordt onmiddellijk losgekoppeld wanneer de
Quattro-II overschakelt op de accu werking. Nadat AC beschikbaar is op de AC-IN-1, wordt de belasting op AC-OUT-2 met een
vertraging van ongeveer 2 minuten opnieuw aangesloten. Dit om een aggregaat te stabiliseren.
Van links naar rechts: "L2" (fase 2), "N" (neutraal), "PE" (aarde) en "L" (fase).
4.4. Optionele verbindingen
Een aantal optionele verbindingen zijn mogelijk:
4.4.1. Regeling op afstand:
Het product kan op twee manieren op afstand worden bediend.
• Met een externe schakelaar (aansluitklem M, zie bijlage A). Functioneert alleen als de schakelaar op de Quattro-II is ingesteld
op "on".
• Met een
Digital Multi Control-paneel
als de schakelaar op de Quattro-II is ingesteld op "on".
Raadpleeg
Bijlage A, Aansluitingen overzicht [29]
4.4.2. Programmeerbaar relais
Het product is uitgerust met een programmeerbaar relais.
Het relais kan ook geprogrammeerd worden voor allerlei andere toepassingen, bijvoorbeeld als start-relais voor een aggregaat.
Raadpleeg
Bijlage A, Aansluitingen overzicht [29]
4.4.3. Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
Het product is uitgerust met 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten.
Deze poorten kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Eén toepassing is de communicatie met het BMS van een
lithium-ion accu.
Raadpleeg
Bijlage A, Aansluitingen overzicht [29]
4.4.4. Spanningsdetectie
Voor het compenseren van mogelijke kabelverliezen tijdens het laden, kunnen er twee sensordraden worden aangesloten
waarmee de spanning direct kan worden gemeten op de accu of op de positieve en negatieve verdeelpunten. Gebruik draad met
een doorsnede van 0,75 mm² (AWG 18).
Tijdens het laden van de accu compenseert de Quattro-II de spanningsval over de DC-kabels tot maximaal 1 Volt (d.w.z. 1 V over
de positieve aansluiting en 1 V over de negatieve aansluiting). Als de spanningsval groter dreigt te worden dan 1 V, dan wordt de
laadstroom zodanig beperkt dat de spanningsval beperkt blijft tot 1 V.
Raadpleeg
Bijlage A, Aansluitingen overzicht [29]
4.4.5. Temperatuursensor
Voor temperatuurgecompenseerd laden kan de temperatuursensor (meegeleverd bij de Quattro-II) worden aangesloten. De
sensor is geïsoleerd en moet op de negatieve pool van de accu worden aangebracht.
Raadpleeg
Bijlage A, Aansluitingen overzicht [29]
4.4.6. Parallelle aansluiting
Er kunnen maximaal zes identieke apparaten parallel worden aangesloten. Wanneer men Quattro-IIapparaten parallel wil
aansluiten, dan moet aan de volgende eisen worden voldaan:
Pagina 15
Quattro-II 2x120V
(aangesloten op een van de twee RJ45-aansluitingen L, zie Bijlage A). Functioneert alleen
voor de locatie van de connector.
voor de locatie van de connector.
voor de locatie van de connector.
voor de locatie van de connector.
voor de locatie van de connector.
Installatie