Programmering
Voor een correcte programmering volgt u de volgende instructies in de juiste volgorde
I.
Configuratie type drukknop
II.
Adressering drukknopmodules
III.
Programmering oproepadressen
I
De configuratie van type drukknop tijdens de normale werking (enkel/dubbel) moet
worden behouden
ON
1
2 3 4
5
6
II
Adressering drukknopmodules
DIP 1-5: adressering drukknopmodules (zie TAB. A)
Bij adressering van de drukknopmodules hoeft, bij vervanging van de module, de adressering van de
drukknoppen niet opnieuw te worden geprogrammeerd. Het is voldoende om aan de nieuwe module hetzelfde
adres als daarvoor toe te kennen.
ON
1
2 3 4
5
6
III
Programmering oproepadressen
Er bestaan twee programmeringsmethodes:
•
Smart programmering van opeenvolgende adressen:
opeenvolgende adressen (bijvoorbeeld: 1, 2, 3, 4)
•
Programmering specifieke adressen:
20
5
6
7
8
OFF
5
6
OFF
ON
1
1 2 3 4
5
6
ON
2
1 2 3 4
5
6
voor de programmering van specifieke adressen (bijvoorbeeld: 25, 37, 70, 58)
ON
5
6
7
8
default
ON
5
6
default
ON
3
1 2 3 4
5
6
ON
4
1 2 3 4
5
6
ON
5
1 2 3 4
5
6
voor de snelle programmering van de drukknoppen met
DIP 6: configuratie type drukknop:
Enkele drukknop (DIP6 ON).
Dubbele drukknop (DIP6 OFF,
standaard).
DIP 6: configuratie type drukknop:
Enkele drukknop (DIP6 ON).
Dubbele drukknop (DIP6 OFF,
standaard).
TAB. A
code DIP ON
1
1
12
3,4
2
2
13
1,3,4
3
1,2
14
2,3,4
4
3
15
1,2,3,4
5
1,3
16
5
6
2,3
17
1,5
7
1,2,3
18
2,5
8
4
19
1,2,5
9
1,4
20
3,5
10
2,4
21
1,3,5
11
1,2,4
22
2,3,5
23
1,2,3,5
24
4,5
25
1,4,5
26
2,4,5
27
1,2,4,5
28
3,4,5
29
1,3,4,5
30
2,3,4,5
31 1,2,3,4,5