Onderhoud
Onderhoud
Routineonderhoud is belangrijk om de goede werking van uw spuitapparaat te waarborgen. Het
onderhoud bestaat onder andere uit routinematige handelingen die uw spuitapparaat in goede
conditie houden en problemen in de toekomst voorkomen.
Inspecteer/reinig het filter van het spuitapparaat, de
vloeistofinlaatzeef en het pistoolfilter.
Inspecteer de openingen van de motorafscherming op
verstopping.
Vul de TSL bij door toevoeging via het TSL-vulpunt.
Controleer of het spuitapparaat afslaat.
Wanneer de trekker van het pistool NIET wordt ingedrukt,
moet de motor van het spuitapparaat afslaan en niet
opnieuw starten tot de trekker weer wordt ingedrukt.
Als het spuitapparaat weer start ZONDER dat het pistool
wordt bediend, dient u de pomp te inspecteren op
inwendige/uitwendige lekkage en het vulventiel te
controleren op lekkage.
Halspakking afstellen
Als de pomppakkingen na langdurig gebruik beginnen te
lekken, draai dan de pakkingmoer omlaag tot het lekken
ophoudt of vermindert. Zo kunt u weer ongeveer 380 liter
(100 gallon) verpompen voordat er nieuwe pakkingen in
moeten. De pakkingmoer kan worden vastgedraaid zonder
dat de O-ring hoeft te worden verwijderd.
26
Activiteit
Interval
Dagelijks of telkens wanneer
u spuit
Dagelijks of telkens wanneer
u spuit
Dagelijks of telkens wanneer
u spuit
Elke 3785 liter (1000 gallon)
Indien nodig, afhankelijk van
gebruik
334535H