De gang automatisch 3° lager dan het bureel
Wordt de sensormodule in het bureel in de dagstand geplaatst dan moet de gangtemperatuur 3° lager geregeld
worden. Is de dagtemperatuur voor het bureel ingesteld op 20° dan zal de gewenste gangtemperatuur 17° zijn.
Wordt de sensormodule in het bureel in de nachtstand geplaatst dan moet de gangtemperatuur 3° lager geregeld
worden. Is de nachttemperatuur voor het bureel ingesteld op 15° dan zal de gewenste gangtemperatuur 12° zijn.
Bureel
Configuratie:
De configuratie kan het eenvoudigst gebeuren door gebruik te maken van het Velbuslinkprogramma via een pc
aangesloten op de Velbus pc interface (VMB1USB, VMB1RS of VMBRSUSB).
Het kan echter ook zonder gebruik te maken van een computer. Volg hiervoor onderstaande procedure:
1.
Link de verwarmeruitgang van de bureelsensor aan een relaiskanaal.
2.
Stuur met het relaiskanaal het ventiel van de bureelradiator.
3.
Link de verwarmeruitgang van de gangsensor aan een ander relaiskanaal.
4.
Stuur met dat ander relaiskanaal het ventiel van de gangradiator.
5.
Selecteer op de temperatuurcontroller de bureelsensor.
6.
Roep het uitgebreid menu op.
7.
Scrol naar het sensorinstelmenu en selecteer het.
8.
Scrol door tot het 'Verschilsensor' submenu en selecteer het.
9.
Kies de gangsensor en bevestig.
10. Scrol naar het 'Temp. verschil' submenu en selecteer het.
11. Stel het temperatuurverschil in op -3° en bevestig.
12. Verlaat het menu
De configuratie is voltooid en de verschilthermostaat zal vanaf nu functioneren .
Opmerking:
• Zorg ervoor dat beide sensoren in de verwarmingsmode staan (het ijskristal mag niet oplichten op de sensor).
• De gangtemperatuur kan nooit meer worden dan de voorkeurinstelling van zijn geselecteerde stand (antivries,
nacht, dag of comfort).
40
VMB1TS handleiding – editie 3
Gang