Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen; Instelbereik; Zones; Deblokkering Circulatiepomp En/Of Verwarmingsventiel - Velbus VMB1TS Handleiding

Temperatuursensormodule voor het velbussysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

Van de temperatuursensor kunnen volgende zaken ingesteld worden via de temperatuurcontroller (zie
handleiding VMB1TC) of via het Velbuslinkprogramma:
• de zone waartoe de sensor behoort
• de werkingsmode (verwarmen of koelen)
• het in- of uitschakelen van de deblokkering voor de circulatiepomp en/of verwarmingsventiel
• de gewenste comforttemperatuur bij verwarmen
• de gewenste dagtemperatuur bij verwarmen
• de gewenste nachttemperatuur bij verwarmen
• de antivries beveiligingstemperatuur
• de verwarmingslimiet (bovengrens van het verwarmingsinstelbereik)
• het temperatuursverschil om snel te verwarmen/ koelen of voor de verschilthermostaat
• de kalibratiefactor voor de sensor
• de hysteresis
• de gewenste comforttemperatuur bij koelen
• de gewenste dagtemperatuur bij koelen
• de gewenste nachttemperatuur bij koelen
• de ondergrens van het koelinstelbereik
• de bovengrens van het koelinstelbereik
• het laag temperatuuralarm (alarm indien de temperatuur onder die waarde zakt)
• het hoog temperatuuralarm (alarm indien de temperatuur boven die waarde stijgt)
• de standaard tijdsduur van de tijdelijke mode: van 1 minuut tot 65.279 minuten (45 dagen 7 uur 59 min)
• het verzenden van de huidige temperatuur over de Velbus:
o enkel bij het opvragen van de temperatuur
o enkel bij verandering van de temperatuur
o op regelmatige tijdsintervallen instelbaar tussen 10 en 255 seconden (4 min 15 s)
• resetten van minimum en maximum temperatuur
• resetten van de tijdsregistratie voor de verwarmer/koeler
• het vergrendelen of ontgrendelen van de lokale bediening
• het adres van de gekoppelde sensor om een verschilthermostaat te maken
• sensornaam (max. 16 karakters)
Indien de softwareversie van de sensormodule hoger of gelijk is aan 0949 (zie softwareverie controleren) kan de
pendelbeveiligingstijd (standaard ingesteld op 1 minuut) gewijzigd worden via het Velbuslinkprogramma.

Instelbereik

Het instelbereik voor de gewenste temperatuur kan door de gebruiker aangepast worden.
Hierdoor kan men er voor te zorgen dat de verwarming nooit hoger kan ingesteld worden dan een bepaalde
waarde.

Zones

Een zone kan nuttig zijn als de gewenste temperatuur van verschillende lokalen hetzelfde patroon moet volgen.
Op deze manier hoeft u maar één programma in te stellen voor alle lokalen die tot die zone behoren.
Elke sensor van die zone moet hetzelfde zonenummer toegekend krijgen. Er kunnen tot 7 zones gedefinieerd
worden.
Het toekennen van een zone kan gebeuren via de temperatuurcontroller (VMB1TC) of door het
Velbuslinkprogramma via een pc aangesloten op de Velbus pc interface (VMB1USB, VMB1RS of VMBRSUSB).

Deblokkering circulatiepomp en/of verwarmingsventiel

Wanneer de circulatiepomp of het ventiel lange tijd niet meer gebruikt worden, kunnen deze vast komen te zitten.
Om dit te verhinderen kan hiervoor een deblokkering ingeschakeld worden. Die zorgt ervoor dat de circulatiepomp
of het ventiel gedurende één minuut ingeschakeld worden als die gedurende 24 uur niet meer gebruikt werden.
Het in- of uitschakelen van die deblokkeerfunctie kan gebeuren via de temperatuurcontroller (VMB1TC) of door
het Velbuslinkprogramma via een pc aangesloten op de Velbus pc interface (VMB1USB, VMB1RS of
VMBRSUSB).
16

INSTELLINGEN

VMB1TS handleiding – editie 3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave