6. Het alfanumerieke toetsenbord gebruiken
Met uw telefoon kunt u ook alfanumerieke karakters invoeren. Dit is nuttig bij het invoeren van namen in het
telefoonboek, naam geven aan de handset etc.
Om een letter te selecteren, drukt u de corresponderende toets zo vaak in als nodig is.
Bijvoorbeeld om een [A] te selecteren, drukt u één maal op <2>, voor een [B] drukt u twee maal op <2>.
Om karakters na elkaar in te voeren selecteert u het karakter, wacht dan 2 seconden tot de cursor verspringt en
voer dan het volgende karakter in. Om een spatie in te voeren drukt u op <1>.
De toetsenbord karakters zijn als volgt ingedeeld:
1 x
2 x
3 x
4 x
5 x
indrukken
15