14. LEVENSDUUR EN WEGGOOIEN
14.1. Levensduur van het product
De motoren zijn uitgerust met onderhoudsvrije, permanent gesmeerde kogellagers. Onder normale bedrijfsomstandig-
heden is de verwachte levensduur ongeveer 30.000 bedrijfsuren.
De hier gegeven informatie is sterk afhankelijk van de betreffende gebruiksomgeving en de omgevingsomstandighed-
en. We adviseren deze apparaten na ongeveer 30.000 bedrijfsuren of 5 jaar te vervangen.
14.2. Buitenbedrijfstelling en weggooien
Bij demontage komen stroomvoerende delen bloot te liggen, deze leiden bij aanraking tot een elektri-
sche schok. Ontkoppel vóór het demonteren de ventilator van alle elektriciteitspunten en beveilig deze
tegen opnieuw inschakelen!
Componenten en modules van het apparaat die hun levensduur hebben bereikt, bijv. vanwege slijtage, corrosie, me-
chanische stress, metaalmoeheid en/of andere, niet direct herkenbare redenen, moeten na demontage correct en
overeenkomstig de nationale en internationale wet- en regelgeving worden afgevoerd. Hetzelfde geldt voor gebruikte
hulpstoffen zoals olie en vet of andere stoffen. Het bewust of onbewust hergebruik van gebruikte componenten zoals
bijv. waaiers, walslagers, motoren, enz. kan leiden tot gevaar voor personen, het milieu en machines en installaties. De
geldende plaatselijke gebruiksvoorschriften moeten worden nageleefd en toegepast.
14.3. Reserveonderdelen (motor + waaier)
Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt.
De reparatie mag alleen worden uitgevoerd door getraind en geautoriseerd vakpersoneel.
15. OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN
Storing
Mogelijke oorzaak
■ Ventilator start
■ Geen voeding
niet
■ Waaier draait niet vrij
■ Motor oververhit/
■ Kogellager defect
thermische bevei-
■ Te hoge bedrijfstemperatuur
liging is geacti-
■ Luchtstroom is te gering, motor kan niet
veerd
■ Apparaat maakt
■ Vuilafzettingen op de waaier
teveel lawaai/
■ Onbalans van de waaier
trillingen in de
■ Verbinding met de aanzuig- of afzuigbuizen
behuizing
■ Bevestigingsschroeven losgeraakt
■ Kogellager defect
■ Losgeraakt waaierblad
■ Lage luchtcapa-
■ Waaier draait in de verkeerde richting (ver-
citeit
■ Hoge drukverliezen in het systeem
■ Terugstroomkleppen gesloten of slechts
■ Kanaalsysteem verstopt
■ Toerentalregeling verkeerd ingesteld /
afkoelen
veroorzaakt trillingen/vibraties
keerde richting van de luchtverplaatsing)
gedeeltelijk open
onjuist aangesloten
Oplossingen
■ Controleer de stroomvoorziening/aansluitingen
■ Spoor de oorzaken op en verhelp de storing
indien mogelijk. Neem contact op met de
leverancier als dit niet mogelijk is.
■ Neem contact op met de leverancier
■ Neem de gegevens op het typeplaatje in acht
■ Zie storing "Lage luchtcapaciteit"
■ Zie hoofdstuk Onderhoud en reiniging
■ Neem contact op met de leverancier
■ Installeer de ventilator met trillingsisolatie
■ Schroeven vastdraaien
■ Neem contact op met de leverancier
■ Neem contact op met de leverancier
■ Let op de markering op het apparaat/type-
plaatje. Controleer de elektrische aansluitin-
gen
■ Verbeter de leidingconfiguratie of kies een
krachtigere ventilator
■ Controleer de aansturing/inbouwpositie van
de terugslagklep
■ Verstopping verwijderen / Beschermrooster
schoonmaken
■ Controleer instellingen/schakelapparaat en
evt. opnieuw instellen/aansluiten
NL
www.ruck.eu |
17