Het schermmenu openen en sluiten. U kunt hiermee ook het schermmenu
afsluiten of terugkeren naar het vorige menu.
Navigatieknoppen (omhoog/omlaag)
Sprint van de ene menuoptie naar de andere in verticale richting of wijzigt
de geselecteerde menuwaarden.
Instelknoppen (naar links/naar rechts)/volumeknoppen
Sprint van de ene menuoptie naar de andere in horizontale richting of wij-
zigt de geselecteerde menuwaarden. Wanneer de OSD niet wordt weer-
gegeven, past u het volume aan door op de knop te drukken.
ENTER-knop [ENTER]
Activeert een gemarkeerd menu-item.
SOURCE-knop [SOURCE]
Hiermee schakelt u tussen de PC- en Videomodus. Hiermee wordt de in-
voerbron geselecteerd waarop een extern apparaat is aangesloten.
[PC] → [DVI] → [AV] → [Component] → [HDMI1] → [HDMI2] → [Dis-
playPort]
D.MENU-toets
Niet beschikbaar
Aan/uit-knop [
Gebruik deze knop om het LCD-scherm in en uit te schakelen.
Brightness Sensor (optioneel)
Hiermee wordt automatisch de helderheid in de omgeving gedetecteerd.
Opmerking
Deze functie is alleen actief op de modellen die zijn uitgerust met een au-
tomatische helderheidssensor.
Controlelampje stroom
Wanneer deze groen knippert, is de modus PowerSaver ingeschakeld.
Opmerking
Zie het gedeelte PowerSaver in de handleiding voor meer informatie over
energiebesparingsfuncties. Om energie te besparen, kunt u het beste het
LCD-scherm uitschakelen wanneer u dit gedurende langere tijd niet ge-
bruikt.
Sensor van afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op deze plek op het LCD-scherm.
Achterkant
Opmerking
Zie het gedeelte "Verbindingen" voor meer informatie over kabelverbindingen. De configu-
ratie aan de achterkant van het LCD-scherm kan enigszins afwijken. Dit is afhankelijk van
het model LCD-scherm.
Inleiding
]