4
| Productbeschrijving
2.3
Beschrijving van interne onderdelen
2.3.1
Toevoer- en retourluchtventilatoren
De ventilatoren hebben externe rotormotoren van het type EC, die traploos en afzonderlijk kunnen worden geregeld
door het regelsignaal op een vaste waarde in te stellen. De snelheid kan in 2 stappen (normaal/gereduceerd) worden
geprogrammeerd, afhankelijk van de programmering van het weekschema. De motorlagers zijn voor de gehele levens-
duur gesmeerd en onderhoudsvrij. Voor het reinigen kunnen de ventilatoren worden verwijderd, zie hoofdstuk 3 voor
meer informatie.
2.3.2
Ventilatoren/filters druksensor
Twee druksensoren worden gemonteerd(Figuur 1, Figuur 2), elk van de sensoren heeft twee functies. Een functie is
het meten van het drukverschil over de inlaatconus van de ventilatorwaaiers om de luchtstroom op een constant ni-
veau te houden (CAV-functie als standaard). De andere functie is om het drukverschil te meten over de toevoer- en re-
tourluchtfilters zodat een alarm wordt ingeschakeld in de hoofdregelaar als de drukdaling een ingestelde waarde
bereikt, wat aangeeft dat het filter moet worden vervangen.
2.3.3
Toevoer- en afvoerluchtfilters
De filters zijn van het type zakkenfilter met filterkwaliteit ePM1 60% (F7) voor het toevoerluchtfilter en ePM10 60%
(M5) voor het afvoerluchtfilter. Verontreinigde filters moeten worden vervangen. Nieuwe filtersets zijn bij uw installa-
teur of groothandel verkrijgbaar.
2.3.4
Warmtewisselaar
De Topvex SR/TR-modellen zijn uitgerust met een zeer efficiënte, door een riem aangedreven, roterende aluminium
warmtewisselaar. De vereiste toevoerluchttemperatuur wordt daarom gewoonlijk gehandhaafd zonder extra warmte
toe te voegen. De warmtewisselaar kent een automatisch bedrijf dat afhangt van de ingestelde temperatuur. Bij leve-
ring is er op de rotor een extra aandrijfriem aangebracht (pos. 8 Figuur 1 en Figuur 2).
De warmtewisselaar kan voor schoonmaken en onderhoud worden verwijderd, zie hoofdstuk 3 voor meer informatie.
2.3.5
Rotormotor
Zolang er een warmtevraag is, drijft de rotormotor de wisselaarrotor met een variabel tpm aan. De motor wordt gere-
geld door een analoog 0-10V regelsignaal (pos. Figuur 1 en Figuur 2).
2.3.6
Rotatiebewaking
Een sensor registreert de rotatie van de rotor van de warmtewisselaar. Deze is via de rotor aangesloten op de hoofdre-
gelaar, die een alarm geeft als de rotor stopt terwijl er een warmtevraag is (pos. 7 Figuur 1 en Figuur 2).
2.3.7
Schakelmodule
Er is een schakelmodule met HMI en 2 TCP/IP-aansluitingen gemonteerd in de warmteterugwinningsunits. De verbin-
ding wordt gemaakt via de uitgang van het paneel in de luchtbehandelingsunit (zie Figuur 4).
Let op:
24V HMI-aansluiting voor het display. De verbinding is alleen geschikt voor HMI. Geen enkele
andere verbinding is toegestaan.
2.3.8
Temperatuursensor
In de unit zitten af fabriek 4 temperatuursensoren (PT1000). De sensoren zijn de volgende:
• Toevoerluchtsensor
• Temperatuursensor afvoerlucht
• Temperatuursensor buitenlucht
• Efficiëntietemperatuursensor
De toevoerluchtsensor die los wordt geleverd bij de unit in het toevoerluchtkanaal buiten de unit worden geïnstalleerd.
Zie Installatie-instructies voor meer informatie.
15161813 | A002