3
| Onderhoud
Let op:
Let erop dat de rotormotor niet wordt blootgesteld aan vocht.
3.3.3
Ventilatoren controleren
Ook als al het vereiste onderhoud wordt verricht, zoals het vervangen van filters, kunnen stof en vet zich langzaam op-
hopen in de ventilatoren. Dit verslechtert de efficiëntie.
De ventilatoren kunnen worden gedemonteerd door de zwarte knoppen los te draaien, waarmee het rek aan de bin-
nenwandsectie van de unit zit. Het complete ventilatorrek kan eruit worden getrokken nadat alle bevestigde snelkop-
pelingen naar de elektrische bedrading zijn ontkoppeld (Figuur 7). De ventilatoren kunnen met een doek of een zachte
borstel worden schoongemaakt. Gebruik geen water. Er kan gebruik worden gemaakt van kunstterpentijn om ophopin-
gen te verwijderen die anders lastig te verwijderen zijn. Laat de ventilatoren goed drogen voordat ze weer worden
gemonteerd.
De ventilatormotorlagers zijn voor de gehele levensduur gesmeerd en mogen niet opnieuw worden ingevet.
Fig. 7 Ventilatoren demonteren
3.3.4
Verwarmingsbatterij voor warm water controleren
Na een lange bedrijfsduur (gewoonlijk enkele jaren) kan er stof op het oppervlak van de batterij zijn afgezet. Hierdoor
kan de capaciteit van de batterij afnemen. De batterij kan met een hogedrukreiniger met nevelstralen of met perslucht
worden schoongemaakt. Voer het schoonmaken voorzichtig uit, zodat de aluminium ribben van de batterij niet bescha-
digd raken. Het watercircuit van de batterij moet elk jaar worden ontlucht om de capaciteit van de batterij te
handhaven.
3.3.5
Elektrische verwarmingsbatterij controleren
Na verloop van tijd kunnen zich stof en verontreinigingen ophopen op de verwarmingsbuizen. Dit kan tot onprettige
geuren en in het ergste geval tot brand leiden. Maak ze met perslucht, vacuüm of een borstel schoon. De automatische
veiligheidsfunctie moet worden getest en gecontroleerd.
3.3.6
De roosters en ventielen voor de afvoerlucht en toevoerlucht schoonmaken
Het systeem levert behandelde buitenlucht aan het pand en onttrekt de gebruikte binnenlucht weer via het kanaalsys-
teem en de openingen/roosters. Openingen en roosters zijn in plafonds/wanden gemonteerd in slaapkamer, woonka-
mer, natte ruimtes, wc enz. Verwijder de ventielen/roosters en was ze indien nodig in heet zeepsop. De openingen/
roosters moeten op hun oorspronkelijke plaats worden teruggezet om de systeembalans niet te verstoren.
Het schoonmaken van deze onderdelen wordt uitgevoerd wanneer dat nodig is.
3.3.7
Buitenluchtinlaat controleren
Blad en verontreinigingen kunnen het luchtinlaatrooster verstoppen en de capaciteit van de unit verminderen. Contro-
leer het luchtinlaatrooster minimaal twee keer per jaar en maak het indien nodig schoon.
15161813 | A002