Deze sondes zijn bestemd voor de volgende 3 functies: druk luchttoevoer, druk extractielucht en CO2 detectie luchtextractie.
De druk van de luchttoevoer wordt gemeten in het kanaal van de luchttoevoer t.o.v. de omgeving van de unit.
De druk van de luchtextractie wordt gemeten in het kanaal van de luchtextractie t.o.v. de omgeving van de unit.
De CO2 -sonde wordt gemonteerd in het kanaal van de luchtextractie of in de ruimte.
8.1.3. AANBEVELINGEN MONTAGE RUIMTESONDE CO2
max. 400m
Als de CO2-sonde in het kanaal wordt gebruikt, moet deze in het luchtextractiekanaal worden gemonteerd. Om kanaalsondes
te monteren is boorgereedschap nodig.
8.1.4. CO2 CONCENTRATIE VOLGENS DE PETTENKOFER LIMIET
8.1.5. AANSLUITING VAN LUCHTTOEVOER- EN LUCHTEXTRACTIEKLEPPEN
De RIS 1200-2200 H EKO 3.0 kan worden uitgerust met kleppen voor de luchttoevoer en de luchtextractie. De kleppen worden gestuurd door
servomotoren (open/gesloten of met veerteruggang).
Bekabelingsschema voor RIS 1200-2200 HE EKO 3.0
M2, M3 – Servomotoren (open/gesloten) voor kleppen. Bij activering van uitgangen X16:17, X16:20 openen de kleppen en bij activering van de
uitgangen X16:16, X16:19 sluiten de kleppen.
30
| NL
m
5 0 c
m i n .
min. 60 cm
RIS 1200-3500 H EKO 3.0 v2021.1