Download Print deze pagina

TFA 35.1019 Handleiding pagina 3

Advertenties

RELATIEVE VOCHTIGHEIDSGRAAD:
De relatieve vochtigheidsgraad staat aangegeven naast de uitslag van de
binnentemperatuur. Met deze eigenschap kan de gebruiker bepalen hoe (on)comfortabel de
relatieve vochtigheidsgraad in de binnenshuis is. Opnieuw geldt dat metingen automatisch
worden verricht zodra de batterijen zijn ingebracht.
DE WEERSYMBOOLTJES
Er zijn 3 weersymbooltjes op de tweede regel van het LCD-scherm die in elk van de
volgende combinaties kunnen verschijnen:
Zonnig
Bewolkt met zonnige perioden
Bij elke plotselinge of bemerkenswaardige luchtdrukverandering wijzigen de
weersymbooltjes overeenkomstig om de weersverandering aan te geven. Als de
weerplaatjes niet veranderen betekent dit dat de luchtdruk niet veranderd is of dat de
wijziging te traag is geweest om door het Weerstation te kunnen worden geregistreerd. Als
het vertoonde weersymbooltje een zon of regenwolk is, zal het niet veranderen als het weer
beter (bij zon) of slechter (bij regenwolk) wordt, omdat de weersymbooltjes dan reeds in hun
uiterste positie staan.
De vertoonde weersymbooltjes voorspellen het weer in de zin van verbeteren of
verslechteren, niet noodzakelijkerwijs als zonnig of regenachtig, waar de plaatjes letterlijk
genomen voor staan. Als bijvoorbeeld het huidige weer bewolkt is en het weersymbooltje
van regen wordt afgebeeld, dan betekent dit niet dat het toestel defect is, maar laat het zien
dat de luchtdruk gedaald is en dat het weer verwacht wordt slechter te worden; het hoeft
niet noodzakelijkerwijs te gaan regenen.
Let op:
Na het opstarten dienen de weersvoorspellingen van de volgende 12-24 uur te worden
geannuleerd. Hierdoor krijgt het Weerstation voldoende tijd om op een contstante hoogte te
functioneren en zullen de uitslagen accurater zijn.
Zoals gebruikelijk bij weersvoorspelling kan geen absolute precisie gegarandeerd worden.
Het vermogen tot weersvoorspelling heeft een geschatte precisie van ongeveer 75%
vanwege de verschillende functies waarvoor het Weerstation ontworpen is. In gebieden die
onderhevig zijn aan plotselinge weersveranderingen (bijvoorbeeld van zonnig naar regen)
zal het Weerstation meer precies zijn dan in gebieden waar het weer meestentijds stabiel is
(bijvoorbeeld hoofdzakelijk zonnig).
Als het Weerstation naar een andere locatie verhuisd wordt die aanzienlijk hoger of lager
dan de vorige positie is (bijvoorbeeld van de begane grond naar de eerste verdieping van
een huis) verwijder dan de batterijen en breng ze na ongeveer 30 seconden weer in.
Hierdoor zal het Weerstation de nieuwe locatie niet verkeerd interpreteren als een wijziging
in luchtdruk, terwijl die in feite het gevolg is van een verandering in hoogte. Annuleer
opnieuw de voorspellingen van de eerste 12 of 24 uur zodat het toestel hierdoor de tijd krijgt
op een constante hoogte te functioneren.
DE WEERPIJLTJES
De weersymbooltjes werken samen met de weerpijltjes (zie links van de weersymbooltjes).
Wanneer het weerpijltje naar boven wijst betekent dit dat de luchtdruk stijgt en dat het weer
verwacht wordt te verbeteren; als het pijltje naar beneden wijst daalt de luchtdruk en is de
verwachting dat het weer slechter wordt.
Hiermee rekening houdend kunnen we aflezen in welke mate het weer veranderd is en nog
verwacht wordt te veranderen. Als bijvoorbeeld het weerpijltje naar beneden wijst en het
wolkje met zonnetje worden vertoond, dan was de laatst merkbare weersverandering toen
het zonnig weer was (enkel weersymbooltje van zon). Wanneer het weerpijltje naar
beneden wijst daalt de luchtdruk en wordt verwacht dat het weer zal verslechteren.
Let op:
Regenachtig
Zodra de prognosepijltjes een weersverandering hebben geregistreerd, blijft de uitslag
permanent op het scherm zichtbaar.
UITSLAG BUITENTEMPERATUUR:
De Buitentemperatuur staat af te lezen op de onderste regel van het LCD-scherm en wordt
automatisch weergegeven zodra de batterijen zijn geinstalleerd. Indien de
buitentemperatuur niet binnen 10 minuten op het LCD-scherm kan worden afgelezen, kan
het nodig zijn opnieuw op te starten (zie Opstarten hieronder). Zie ook onder "433 MHz
Controle Ontvangst".
CONTROLE 433MHz ONTVANGST
Als de temperatuursgegevens binnen 10 minuten na het opstarten nog steeds niet
ontvangen zijn (op het scherm staat "- - -") controleer dan de volgende punten:
1.
2.
3.
4.
Let op:
Wanneer het 433 MHz zendsignaal correct ontvangen is, heropen dan niet het
batterijdeksel van de zender of het Weerstation, omdat hierdoor de batterijen per ongeluk
los van de contactpinnetjes kunnen springen. Hierdoor zou het toestel gedwongen worden
te herstarten. Mocht dit toch gebeuren, start dan beide toestellen opnieuw op (zie
Herstarten hierboven) anders kunnen zich zendproblemen voordoen.
Het zendbereik is ongeveer 25 meter van de zender tot het Weerstation (in vrije veld). Het
hangt echter ook af van factoren in de omgeving en interferentienivoos. Indien geen
De afstand van de Weerstation of Temperatuurzender dient tenminste 1.5 tot 2 meter
uit de buurt van storingsbronnen zoals computers of TV-toestellen te zijn.
Vermijd de Weerstation te plaatsen in de onmiddelijke nabijheid van metalen
kozijnen.
Gebruik van andere electrische producten zoals hoofdtelefonen of luidsprekers die op
dezelfde signaalfrekwentie werken (433MHz) kunnen de goede ontvangst en
transmissie van het signaal verstoren.
Buren die electrische apparatuur gebruiken die ook gebruik maakt van de 433MHz
golflengte kan voor interferentie zorgen.

Advertenties

loading