23.
Druk de spanpoelie omlaag om te controleren of
het geheel vrij kan draaien.
24.
Controleer de uitlijning van de riem/poelies als
volgt:
•
De riem moet de juiste spanning hebben
voordat u de uitlijning controleert.
•
Leg een richtliniaal langs het buitenvlak
van de aandrijfpoelie
richtliniaal niet over beide poelies.
•
De buitenvlakken van de aandrijfpoelie en
de aangedreven poelie moeten op één
lijn staan, met een maximale speling van
0,76 mm.
•
Als de poelies niet uitgelijnd zijn: zie
poelies uitlijnen (bladz.
•
Als de poelies op één lijn staan, gaat u
verder met de installatie.
•
Gebruik niet de spanpoelie om de uitlijning
te controleren.
Belangrijk:
begeven als de poelies niet goed zijn
uitgelijnd.
25.
Schuif de riemkap over de montagebouten en
bevestig deze met 2 flensmoeren
Belangrijk:
Draai de flensmoeren niet te
vast om schade aan de kap te voorkomen.
(Figuur
17). Leg de
16).
De riem kan het voortijdig
Figuur 17
(Figuur
1. Riemkap
De
26.
Smeer de nippels op de lagerbehuizingen van
de rolborstels en op de rest van de maai-eenheid
met nr. 2 vet op lithiumbasis
Opmerking:
weg, met name rond de afdichtingen.
g009060
18).
9
Figuur 18
(Figuur
19).
Veeg eventueel overtollig vet
Figuur 19
g009061
g029309