8695 4497 / D
D - MONTAGE INSTALLATIE
1 - INSTALLATIEVOORWAARDEN
1.1
VOEDING FLUÏDUM
Gasbronnen voorzien (flessen, fleshouders, verdampers...) zoals hieronder aangegeven waarbij iedere bron moet
zijn voorzien van een regelaar in staat het aanbevolen debiet en de aanbevolen druk te leveren en van een
afsluitschuif indien de toevoer via leidingen tot stand komt.
Gebruikte fluïdum
Samengeperste lucht
Zuurstof
Samengeperste lucht
Stikstof
INSTALLATIE FLEXCUT 200 CE
AAN DE VOLGENDE VOORWAARDEN MOET ZIJN
VOLDAAN ALVORENS DE MACHINE TE
INSTALLEREN
DE INSTALLATIE MOET WORDEN UITGEVOERD MET
INACHTNEMING VAN DE VEILIGHEIDSNORM 547 -1 -3 TER
BESCHERMING VAN DE PERSONEN.
Nooit boven een druk van 9 bar gaan
In bedrijf stellen van de gas bronnen
Zie hoofdstuk:
« 6-2 PROCEDURE VERVANGEN FLES » van het veiligheidsboekje
8695 7050
Voorwaarden met betrekking tot het type gas
SNIJ- EN BESCHERMINGSGASSEN
Type Zuiverheid
KOOLSTOFSTAAL
ISO 8573-1:2010,
Class 1.4.1
> 99,5%
ROESTVRIJ STAAL, ALUMINIUM EN LEGERINGEN
ISO 8573-1:2010,
Class 1.4.1
> 99,5%
Druk voeding en installatie
(uitgang reduceerventiel)
7,2 bar +/-1
7,2 bar +/-1
7.2 bar +/-1
7,2 bar +/-1
Max. gebruikte
debiet
142 l/mn
41 l/mn
142 l/mn
106 l/mn
D-13