Condenspomp
Moet aanwezige condens via
■
een condenspomp worden
afgevoerd, dan kan deze in het
apparaat gepositioneerd worden.
De separate montagehandleiding
opvolgen.
LET OP
Controleer of alle elektrische
stekker- en klemverbindingen
goed vastzitten en goed
contact maken, eventueel
aandraaien.
Elektrisch schakelschema
KWK 100-4R tot 400-4R
Voedingsspanning
230V, 1~, 50Hz
Externe leiding
Nulleider
Aardleiding
KWK 100-4R
1,0 µF
Konden-
sator
m³/u dB(A) dB(A)
W
Pos 1 333 40,5 49
63
Pos 2 296 39,5 48
56
Pos 3 252 38,5 47
49
Pos 4 200 34,5 43
40
Pos 5 147 28,5 37
29
Pos 6 128 25,5 34
27
Controle op lekkages
Na het maken van alle
aansluitingen wordt de lektest
uitgevoerd.
1. De installatie twee keer
doorspoelen met leidingwater.
2. Reinig de inzetzeef van de
vuilvanger.
3. Vul de installatie opnieuw met
water en ontlucht het apparaat
via de handmatige
Voer de aansluiting op volgende
wijze uit:
1. De afdekking van het apparaat
openen.
2. Voer de leidingen het apparaat in.
3. Verbind het apparaat met een
regeling en de stroomvoorziening.
Zie elektrisch schakelschema.
4. Monteer alle gedemonteerde
onderdelen.
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 1
KWK 150-4R
2,0 µF
m³/u dB(A) dB(A)
W
1
338 43,5 52
44
2
348 41,5 50
38
3
304 38,5 47
32
4
bk
1
254 36,5 45
29
5
bl
2
194 32,5 41
21
6
rd
3
184 25,5 34
17
ontluchtingsventielen.
4. Regel de testdruk op min. 200
kPa (2,0 bar).
5. Controleer alle gemaakte
verbindingen na een
periode van min. 24 uur op
waterlekkages. Zijn lekkages
zichtbaar, is de verbinding niet
correct uitgevoerd. Trekken
KWK 250-4R
1,5 µF
m³/u dB(A) dB(A)
W
1
584 47,5 56
85
2
505 44,5 53
75
3
430 41,5 50
65
4
bk
1
353 36,5 45
54
5
bl
2
254 27,5 36
40
6
rd
3
232 26,5 35
36
Elektrische aansluiting
Aansluitklemmen
Legenda
Wt
= wit
Gn
= groen
Ye
= geel
Pk
= paars
Gn/Ye = groen/geel
Bl
= blauw
Bn
= bruin
Bk
= zwart
Gr
= grijs
Vi
= violet
Or
= oranje
Rd
= rood
KWK 400-4R
2,5 µF
m³/u dB(A) dB(A)
W
1
716 47,5 56
90
2
570 42,5 51
69
3
490 37,5 46
58
4
bk
1
432 34,5 43
47
5
bl
2
300 26,5 35
35
6
rd
3
283 25,5 34
30
Draai de schroefkoppelingen
strakker aan of maak een
nieuwe verbinding.
6. Na een succesvolle controle
op lekkages bij glycol-
watermengsels de overdruk
uit de mediumleidingen
ontlasten of de stationaire druk
aanpassen aan de benodigde
installatiedruk.
1
2
3
4
bk
1
5
bl
2
6
rd
3
15