De mediumleidingen aansluiten
De gebouwaansluiting van de
■
leidingen wordt uitgevoerd aan
de achterkant van het apparaat.
Voor servicedoeleinden
■
moeten de aansluitingen
worden voorzien van afsluiters
en de volumestroom moet
worden ingesteld met
strangregelkleppen.
Op het hoogste punt
■
van de installatie moeten
extra automatische
ontluchtingsventielen worden
voorzien.
De mediumleidingen mogen
■
geen statische belastingen
uitoefenen op het apparaat.
De aangesloten leidingen
■
mogen geen thermische
of mechanische belasting
veroorzaken bij de apparaten.
Evt. leiding koelen, resp. met
een tweede gereedschap
tegenhouden.
Noodzakelijke componenten
van de installatie
Klepmodule voor
2-leidingsystemen (accessoires)
Bij 2-leidingsystemen wordt koud
of warm medium door het register
in het apparaat geleid en kan
koude, resp. warme lucht worden
afgegeven. De regeling gebeurt
via een 3-wegklepmodule. Deze
bestaat uit een elektrisch bediende
klepkop en het klepblok. Wordt
de kop elektrisch geactiveerd,
wordt het blok bediend dat het
medium in het register leidt. Is
de temperatuur bereikt, wordt
de kop uitgeschakeld en stroomt
het medium om het register
heen naar de bypass. De bypass
dient voor het waarborgen van
de minimale volumestroom
voor de koudwatermaker of de
warmtepomp.
OPMERKING
De tijdsduur tussen het volledig
openen resp. sluiten kan ca. drie
minuten zijn.
Strangregelkleppen
Met door de klant te leveren
strangregelkleppen worden
de binnen het leidingontwerp
berekende individuele
drukverliezen voor elk individueel
apparaat aangepast aan de
totale installatie. Door het
drukverlies worden de nominale
volumestromen van het medium
aangepast aan de noodzakelijke
waarden.
Vorstbeveiliging (accessoire)
Doorgaans wordt in een
koudwaterinstallatie een
water-glycolmengsel gebruikt.
Afhankelijk van het gebruikte
glycoltype en de -hoeveelheid
wijzigt de viscositeit hiervan,
het drukverlies neemt toe en
het afgegeven koel-, resp.
verwarmingsvermogen van het
apparaat neemt af.
Alle installatiecomponenten
moeten zijn vrijgegeven voor het
gebruik met glycol.
Ontluchtingsventiel
Handmatig
ontluchtingsventiel
Inlaat
Uitlaat
OPMERKING
Bij het gebruik en het afvoeren
moeten de product- en
veiligheidsgegevensbladen van
het gebruikte glycol worden
opgevolgd.
Membraan-expansievat (MAG)
Om drukschommelingen bij stilstand
door temperatuurschommelingen
te voorkomen moeten
membraanexpansievaten met
stikstofvulling (vochtneutraal)
worden opgenomen in de installatie.
Automatische
ontluchtingsventielen
Het apparaat heeft één, resp. twee
handmatige ontluchtingsventielen
bij het spruitstuk van het register.
Na het vullen van de installatie kan
het apparaat hier separaat worden
ontlucht. Bovendien moeten
automatische ontluchtingsventielen
in het hoogste punt in de
verzamelleiding worden
gemonteerd.
LET OP
Bij het gebruik van
glycolhoudende media zijn
glycolbestendige ontluchters
noodzakelijk.
Handmatig
ontluchtingsventiel
Inlaat
Uitlaat
13