08/01/11 10:48:57 39Z5N600_012
Een benzinestabilisator toevoegen om benzinelevensduur te verlengen
Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de brandstoftank dan met
nieuwe benzine. Als u de tank alleen gedeeltelijk vult, zal de lucht in de tank
tijdens stalling de achteruitgang versnellen. Als u een benzinevat gebruikt
om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat.
1.
Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
2.
Laat na toevoeging van een benzinestabilisator de motor gedurende tien
minuten in de buitenlucht draaien, zodat voor alle onbehandelde
benzine behandelde benzine in de plaats is gekomen.
3.
Zet de motor uit en zet de brandstofkraan in de stand UIT.
BRANDSTOFKRAAN
UIT
Brandstoftank en carburateur aftappen
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine
bezig bent.
Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
vuur uit de buurt.
Werk met benzine alleen in de buitenlucht.
Veeg gemorste benzine direct weg.
1.
Zet een goedgekeurd opvangbakje onder de carburateur en gebruik een
trechter om morsen van benzine te voorkomen.
2.
Verwijder de aftapschroef en de sluitring en tap de
carburateurvlotterkamer af in een geschikte brandstofopvangbak.
3.
Zet de brandstofkraan in de stand AAN. De brandstoftank kan nu
leeglopen via de vlotterkamer van de carburateur.
PAKKING
AFTAPSTOP
4.
Nadat de carburateurvlotterkamer en de brandstoftank zijn leeggelopen,
brengt u de aftapbout en de sluitring aan en zet u de aftapbout stevig
vast.
12
Motorolie
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Voorzorgen bij stalling
Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur,
moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden
tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime
afstand van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een
waterverwarmer of een kledingdroger. Vermijd ook een plek met een
elektromotor die vonken produceert of waar elektrisch gereedschap wordt
gebruikt.
Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest
en corrosie.
Laat de brandstofkraan in de stand UIT staan om lekkage van brandstof
tegen te gaan, behalve als alle brandstof al uit de tank is gestroomd.
Plaats de apparatuur zodanig dat de motor vlak staat. Door te kantelen kan
er brandstof- of olielekkage ontstaan.
Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om
stof buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kan sommige
materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie om af te
BRANDSTOFKRAAN
dekken tegen stof.
AAN
Onder zo'n niet-doorlatende afdekking blijft vocht rondom de motor achter
en verloopt roestvorming en corrosie sneller.
Als de motor is uitgerust met een accu voor elektrisch starten, vul de accu
dan eens per maand bij terwijl de motor is gestald.
Hiermee verlengt u de levensduur van de accu.
VLOTTERKAMER CARBURATEUR
NEDERLANDS
Ververs de motorolie (zie pagina
9
).
Verwijder de bougie (zie pagina
10
).
Giet een eetlepel (5 10 cm ) schone motorolie in de cilinder.
−
Trek een paar keer aan het startkoord om de olie in de cilinder te
verdelen.
Breng de bougie weer aan.
Trek het startkoord langzaam aan totdat u weerstand voelt.
(Het merkteken op de koelventilator moet nu tegenover het merkteken
op het ventilatordeksel staan.)
Hiermee sluit u de kleppen, zodat er geen vocht in de motorcilinder kan
dringen. Laat het startkoord rustig terugrollen.
VENTILATORAFDEKKING
UITLIJNMERKTEKENS
KOELVENTILATOR