2. druk op de toets
»
de oproep wordt naar de gebruiker met de code 56gezonden
BEWERKING
Ga naar de configuratiestand (zie
"Configuratiestand
openen/sluiten")
Selecteer het menu INSTELLINGEN /
SYSTEEM PARAMET. / OPROEPMODUS
met de toets
.
Selecteer de oproepmodus door het
overeenkomende cijfer in te toetsen:
0 = SIMPLEBUS
1 = SIMPLEBUS TOP
2 = VIP
Druk op de toets
om de waarde van de
parameter te bevestigen.
Selecteer de oproepmodus door het
overeenkomende cijfer in te toetsen:
0 = STANDAARD
1 = AANGEPASTE CODE
[NO VIP]
Druk op de toets
om de waarde van de
parameter te bevestigen.
Sluit de configuratiestand (zie
"Configuratiestand
openen/sluiten")
16
WEERGAVE DISPLAY
HOOFD
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
SYSTEEM PARAMET.
SYSTEEM PARAMET.
OPROEP MODE
OPROEP MODE
SIMPLEBUS
OPROEP MODE
_ _ _ 1
2 sec
OPROEP MODE
SIMPLEBUS TOP
EVEN WACHTEN AUB
OPROEP MODE
STANDAARD
OPROEP MODE
_ _ _ 1
2 sec
OPROEP MODE
AANGEPASTE CODE
PARAMETER
GEWIJZIGD
of:
FOUT
of:
FOUT
RESET DEFAULT
OMSCHRIJVING
Het menu scrolt automatisch iedere 2
seconden.
De huidige waarde van de parameter
(Simplebus, Simplebus Top, Vip) wordt op
het scherm getoond.
VOORBEELD: stel het systeem in als
SIMPLEBUS TOP
Als de wijziging heeft plaatsgevonden, geeft
de speaker een akoestische bevestiging.
De huidige waarde van de parameter wordt
op het scherm getoond (standaard of
aangepaste code).
VOORBEELD: stel de oproepmodus in als
AANGEPASTE CODE
Als de instelling goed heeft plaatsgevonden.
Indien de parameter niet in het juiste bereik
ligt.
Als de namenlijst en de speakerunit
verschillend geconfigureerd zijn en de
namenlijst bevat gegevens, moeten de
standaardwaarden van de parameters
worden hersteld