5. INSTALLEREN EN AANSLUITEN
5.6 Elektrische installatie
1.
Verwijder de mantel van de voedingskabel met een
stanleymes en verwijder de mantels van de losse
draden met een draadstriptang.
2.
Sluit de aardingspen aan.
3.
De aardingsmantel/aardingsdraad van de netbeheerder
mag alleen na schriftelijke toestemming van de
netbeheerder als aardingsvoorziening beschouwd
worden.
4.
Afhankelijk van uw installatievereisten moet u ervoor
zorgen dat de aardingsweerstand van het systeem op
een van de volgende waarden wordt ingesteld:
a.
<100 Ohm (vereist door EV/ZE Ready 1.4I-
certificering);
b.
<167 Ohm (vereist door Nederlandse NEN1010-
standaard);
c.
volgens de waarden vermeld in de wettelijke
voorschriften van uw land.
5.
Koppel het laadstation, volgens de productvariant, los
van de spanningsbron:
a.
Zorg dat de hoofdschakelaar in de UIT-stand (0)
staat, of
b.
Zorg dat de aardlekschakelaar (RCCB) in de UIT-
stand (0) staat
6.
Koppel het laadstation, volgens de productvariant, los
van de spanningsbron:
a.
Verwijder de zekeringen uit de kast van de
netbeheerder van het laadstation, of
b.
Zet de stroomonderbrekers (MCB) in de UIT-stand
(0);
7.
Afhankelijk van productvariant:
a.
Verbind de draden van de fasen met de
zekeringhouders, of
b.
met de stroomonderbrekers (MCB) in de kast van
de netbeheerder van het laadstation, inclusief
standaardnetaansluiting. (PE op aparte rail)
8.
Sluit de meegeleverde kabelklem aan op de
meegeleverde plaat aan de achterwand in het
laadstation (zie afbeelding 2.2 en 2.3 positie 7). Zorg
voor trekontlasting op de kabel.
20
Alfen ICU B.V. | Installatie- en gebruikershandleiding | Twin 5 Plus | EV-laadstations | V1.0 | NL | 03/2024 | 203130253-ICU
9.
Sluit het laadstation, volgens de productvariant, aan op
de spanningsbron:
a.
Plaats zekeringen (indien meegeleverd) in de
zekeringhouders en sluit de houders, of
b.
Zet de stroomonderbrekers (MCB) in de AAN-
stand (I).
c.
Schakel de externe stroomtoevoer in.
10.
Sluit het laadstation, volgens de productvariant, aan op
de spanningsbron:
a.
Zorg dat de hoofdschakelaar in de AAN-stand (I)
staat, of
b.
Zorg dat de aardlekschakelaar (RCCB) in de AAN-
stand (I) staat.
11.
Indien een transparante afdekkap is meegeleverd
voor de interne componenten, plaats deze dan met de
bijgeleverde bouten.
12.
Sluit de deur en controleer of deze goed gesloten is.