12.2 Toepassing gebruiken
12.2.1 Stukken tellen
Vooraleer het mogelijk wordt om het aantal elementen met de weegschaal te
bepalen, dient het afzonderlijke stukgewicht (het eenheidsgewicht) de zogenaamde
referentiewaarde te worden bepaald. Daartoe moet een bepaald aantal van de te
tellen onderdelen op de weegschaal worden gelegd. De weegschaal bepaalt het
totale gewicht en wordt het vervolgens door aantal stuks zgn. aantal referentiestuks
gedeeld. Vervolgens wordt, op grond van berekend afzonderlijk gewicht de bepaling
van het aantal stuks uitgevoerd.
• Hoe groter het aantal referentiestuks, hoe hoger de nauwkeurigheid van het
tellen van het aantal stuks.
• Bij kleine en zeer verschillende elementen moet de referentiewaarde
respectievelijk groot zijn.
• Minimale massa van getelde onderdelen, zie tabel "Technische gegevens"
1. Referentiewaarde instellen
Aantal referentiestuks 5, 10, 20 of 50:
TEWJ-B-BA-nl-2310
Indien nodig een weegcontainer plaatsen en de
weegschaal tarreren.
Aantal gewenste referentiestuks opleggen.
De menuinstelling < ref > opvragen en met de toets []
bevestigen.
Met de navigatietoetsen , het aantal referentiestuks (5,
10, 20, 50) kiezen volgens de toegepaste referentie en
met de toets [] bevestigen.
De weegschaal bepaalt het gemiddelde stukgewicht en
toont vervolgens het aantal stuks.
De referentiebelasting verwijderen. De weegschaal staat
nu in de modus voor het tellen van stuks en telt alle
stukken die op de weegplaat liggen.
43