2.
GEBRUIKS- EN BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
2.1. Algemeen
• De wettelijke bepalingen, geregeld in de Arbowet, zijn van toepassing bij het gebruik
van de hoogwerker. Iedere werkgever/eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor de
naleving hiervan.
• Het werken met de hoogwerker dient altijd met de nodige voorzorg te geschieden. Het
is in het belang van de veiligheid om iedere gebruiker van de hoogwerker een
gebruikersopleiding te geven en een kopie van de bedienings- en
onderhoudsvoorschriften ter beschikking te stellen. De opleiding moet door of namens
de werkgever/eigenaar gegeven worden. Elke gebruiker dient deze
bedieningsvoorschriften te kennen en de aanwijzingen op te volgen, voordat met de
werkzaamheden begonnen kan worden.
• Voor het goed en veilig functioneren van de hoogwerker dient dagelijks, of voordat
met de werkzaamheden begonnen kan worden, de deugdelijkheid van de hoogwerker
door de gebruiker te worden gecontroleerd. Eindschakelaars en veiligheidsrelevante
onderdelen dienen altijd functioneel, vuil-, sneeuw- en ijsvrij gehouden te worden.
• Voor het gebruik en onderhoud van de hoogwerker dienen de aanwijzingen in deze
gebruiks- en bedieningsvoorschriften opgevolgd te worden.
• Een storing of defect aan de hoogwerker dient direct te worden gemeld en worden
hersteld voordat de hoogwerker verder mag worden gebruikt. De hoogwerker mag pas
na toestemming van de door de werkgever/eigenaar aangewezen verantwoordelijke
persoon in gebruik genomen worden.
2.2. Gebruik en bediening
• De bedienaar moet op de hoogte zijn van de gebruiks- en bedieningsvoorschriften.
• De maximale korfbelasting is 230 kg (2 personen à 80 kg en 70 kg gereedschap); de
maximale korfbelasting mag nooit worden overschreden.
Het, door het bewegen van de korf, uitoefenen van duw, trek en hefbelastingen is niet
toegestaan.
• Oefen geen druk uit op objecten die zich buiten het platform/ de korf bevinden en
trek niet aan deze objecten.
De maximum toelaatbare manuele uitoefening van krachten bedraagt 20 kg.
• Scheefstand maximaal 4,5 graad. Indien de hoogwerker te scheef staat, klinkt er een
akoestisch waarschuwingssignaal en wordt het rijden geblokkeerd. De rijbeweging
wordt weer vrijgegeven, nadat de telescoopboom volledig ingetrokken is, en onder een
hoek van 20 graden is gebracht.
• Rijden op hoogte met een snelheid van 1,6 of 2,9 km/uur is mogelijk met volledig
ingetrokken telescoopboom onder een hoek van 20 graden; daarbuiten wordt de
rijsnelheid gereduceerd tot 0,6 km/uur .
• Slechts inzetbaar op een horizontale, vlakke, voldoende draagkrachtige ondergrond;
bij slechte ondergrond altijd onderlegplaten gebruiken.
"Bedienings- en onderhoudsvoorschriften", Custers Verda12, 312004, juni 2018
8