3. Laat het apparaat in een goed geventileerde ruimte draaien tot het reservoir leeg is.
4. Plaats de spuitmond en vul het apparaat met rookvloeistof.
Opmerkingen over de prestaties
• Bij alle rookmachines wordt rond de spuitmond condens gevormd. Dit kan leiden tot enige ophoping
van vocht op het oppervlak onder de spuitmond. Houd hier rekening mee bij het plaatsen van het
apparaat.
• Rookmachines kunnen soms een beetje spetteren tijdens het gebruik of tot een minuut na het
uitschakelen.
• Bij alle rookmachines geldt na elke uitstoot van rook een opwarmperiode. In deze tijd stopt de
machine en wordt het apparaat opnieuw opgewarmd. In deze tijd wordt geen rook geproduceerd.
Zekering vervangen
Spanningspieken, kortsluitingen of onjuiste voedingsspanning kunnen leiden tot een doorgebrande
zekering. Als de zekering doorbrandt, zal dit product niet meer functioneren. Volg de volgende instructies
als dit optreedt.
1.
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
2.
Steek een schroevendraaier met een platte kop in een van de gleuven van het zekeringsklepje.
Draai de schroevendraaier linksom en druk tegelijkertijd enigszins (draai en druk). De zekering komt
los.
3.
Verwijder de gebruikte zekering. Als de zekering bruin of troebel is, is deze doorgebrand.
4.
Plaats de vervangende zekering in de houder waar de oude zekering zat. Plaats het luikje. Zorg dat
een zekering van hetzelfde type en dezelfde klasse gebruikt. Zie het productspecificatielabel voor
meer informatie.
13
u