3. Installatie
3.3. Kabel van de elektrode
Coaxkabel
Installatie van de BNC-connector op de kabel
Het instrument wordt geleverd met een BNC-connector die rechtstreeks (zonder solderen) op de coaxkabel
"geschroefd" kan worden. Voor de montage moet gewoon het uiteinde van de kabel worden voorbereid
5 mm
Ø
0.2 in
Coaxkabel
Bij een triaxiale kabel wordt de connector op dezelfde manier als bij een coaxkabel geïnstalleerd, hoewel
het "bijkomende scherm" en de buitenste bescherming uit de connector worden gelaten. Het bijkomende
scherm moet geaard worden.
3.4. Montage van beveiligingen voor de schakelcontacten
De contacten van de relais zijn onderhevig aan elektrische erosie.
De inductieve en capacitieve ladingen verkorten in het bijzonder de levensduur van de contacten.
Om vonken en elektrische bogen te voorkomen, worden componenten gebruikt zoals combinaties van
weerstanden en condensors (RC), niet lineaire weerstanden, weerstanden in serie en dioden.
Aansluiting van standaard beveiligingen
Bij wisselstroom (AC) en inductieve lading
Lading
Contact
relais
Standaard RC bij 230 VCA: Condensor 0.1 µF/630 V
Maximum lading van de relais: bij AC < 24 V / < 3 A / < 72 VA.
si629 P_HACH_LANGE_Ed.0510_nl.indd NL:13
si629 P_HACH_LANGE_Ed.0510_nl.indd NL:13
PVC-bescherming Ø 5 mm.
Scherm
Geleidend plastic (zwart).
PE-isolatie.
Binnenste geleider .
7 mm
0.3 in
Kabel voorbereid
RC
RC
Weerstand 100 Ω/1 W
Triaxiale kabelt
7 mm
0.3 in
Kabel met opgeschroefde connector
Bij GS en inductieve lading
Diode
1N4007
PVC-bescherming Ø 7 mm.
Bijkomend scherm.
(Zie Belangrijke op-
merkingen
op pag. 9 en 12).
Bij AC/GS en ca-
pacitieve lading
Lading
R
Voorbeeld-R:
5 Ω / 1 W at
24 V / 0.4 A
13
10/12/10 09:29:29
10/12/10 09:29:29