Weinig of onregelmatige uitvoer
PROBLEEM
Geringe opbrengst
Onregelmatige uitvoer
3A6752F
Oorzaak
Versleten spuittip.
Ga na dat de pomp niet blijft doorwerken als
de aanbrenghulpmiddel is uitgeschakeld.
Filter verstopt (indien het filter, dat optioneel
is, is aangebracht).
Lengte van materiaalslang. Door langere
kabels kan de prestatie van de
spuitinstallatie teruglopen.
Adapteraansluitingen van de
pompmateriaalhouder.
Controleer de elektrische voeding met een
voltmeter. De meter moet het volgende
aangeven:
210-255 V AC voor 220-240 V AC
modellen;
85-130 V AC voor 100-120 V AC modellen.
Bij een lage spanning zal het spuitpistool
minder goed presteren.
De dikte en lengte van het verlengsnoer;
het snoer moet minimaal 2,05 mm
(12 awg) en maximaal 90 m (295 ft) lang
zijn. Door langere verlengkabels kan de
prestatie van de spuitinstallatie teruglopen.
Kijk de draden van de motor naar de
drukregelaarkaart na op beschadigde of
losse draden of aansluitingen. Kijk de
draadisolatie en de klemmen na op tekenen
van oververhitting.
Lage afslagdruk.
Materiaaltoevoer.
Draai de fittingen los.
De kogels van het inlaatventiel en van de
zuiger zitten niet goed op hun plaats.
Controleer op lekkage rond de moer van de
halspakking; dit kan duiden op versleten of
beschadigde pakkingen.
Pompstang beschadigd.
Probleemoplossing
Oplossing
Volg de Drukontlastingsprocedure en
vervang dan de tip. Zie de afzonderlijke
handleiding voor de tip of het pistool.
Geef de pomp een servicebeurt. Kijk de
zuiger en de inlaatventielen na op slijtage
en obstructies.
Ontlast de druk. Controleer het filter en
maak het schoon.
Vervangen door een slang met een lengte
die onder het gespecificeerde maximum
ligt.
Draai alle losse verbindingen aan. Vervang
de adapter van de pompmateriaalhouder
als deze gebarsten of beschadigd is.
Zet de aardlekschakelaar weer in de goede
stand of vervang de zekering. Repareer het
stopcontact of probeer een ander
stopcontact.
Vervang de verlengsnoer door een goed,
2
dik zijn
geaard exemplaar.
Zorg ervoor dat de mannelijke pennen
gecentreerd zitten en dat ze vast zijn
aangesloten op de vrouwelijke klemmen.
Vervang eventuele losse klemmen of
beschadigde bedrading. Zet de klemmen
weer stevig vast.
Draai de drukregelingsknop helemaal
rechtsom. De regelknop moet op de juiste
wijze zijn aangebracht zodat het mogelijk is
om de knop volledig rechtsom te draaien.
Probeer een nieuwe drukomzetter.
Controleer de regelmodus van de pomp.
Als de pomp wordt gebruikt in de middelste
positie, is de pomp beperkt tot 600 psi.
De materiaalhouder bijvullen en de pomp
weer inspuiten.
Aandraaien; zo nodig dichtmiddel of
afdichttape gebruiken op het schroefdraad.
Verwijder de invoer en zuigerventielen en
maak ze schoon. Controleer kogels en
zittingen op inkervingen of obstructies;
vervang ze indien nodig, zie pagina 58.
Maak de materiaalhouder schoon voor
gebruik om deeltjes te verwijderen die de
pomp zouden kunnen verstoppen. Schakel
naar een rubberen inlaatkogel (6912).
Vervang de pakking, zie blz. 58. Controleer
ook de zittingen van het zuigerventiel op
verfaanslag of inkervingen, vervang indien
nodig.
Repareer pomp.
41