De opnamefuncties instellen
De scherpstelfunctie selecteren
Scherpstelfunctie
Autofocusfunctie
(geen
symbool)
Macrofunctie
Super Macro-functie
Oneindig/
landschapfunctie
Verplaatsing van
scherpstelveld
Handmatige
scherpstelfunctie
z
Druk op de knop
Bij elke druk op de knop verandert de scherpstelfunctie en wordt de
ingestelde scherpstelfunctie weergegeven op de LCD-monitor.
De camera is gereed voor het maken van een opname met de ingestelde
scherpstelfunctie.
• De standaardinstelling van de scherpstelfunctie is [Autofocus mode].
memo
• Wanneer de filmopnamefunctie is geselecteerd, (
positie van het autofocusveld niet worden gewijzigd.
• Bij de Super Macro-functie is de zoom vastgezet in de groothoekstand.
• Als u in de Macro-functie de flitser gebruikt, bestaat de kans dat de
opname wordt overbelicht of dat rechtsonder in de opname een donker
vlak verschijnt.
• Bij de Super Macro-functie gaat de flitser niet af.
40
z
De camera stelt scherp op het onderwerp in het
autofocusveld wanneer de ontspanknop tot halverwege
wordt ingedrukt. Gebruik deze functie wanneer de afstand
tot het onderwerp meer dan 60 cm is.
Deze functie wordt gebruikt wanneer de afstand tot het
onderwerp ca. 15 – 65 cm is.
Deze functie wordt gebruikt wanneer de afstand tot het
onderwerp ca. 2 – 65 cm is.
Deze functie wordt gebruikt voor het fotograferen van
objecten in de verte.
De positie van het autofocusveld wordt gewijzigd.
Stelt u in staat handmatig scherp te stellen met de
vierwegbesturing (
).
of
in de opnamefunctie.
blz. 60) kan de