• De temperatuurwijzigingen die worden
veroorzaakt door het openen en sluiten
van de deur tijdens het gebruik van het
product zullen in normale omstandighe-
den resulteren in de vorming van conden-
satie op de deur/laden en het glas dat in
het product wordt geplaatst.
Een geluidssignaal weerklinkt wan-
neer de compressor wordt inge-
schakeld. Het is normaal dat het
product lawaai maakt, zelfs als de
compressor is ingeschakeld, aan-
gezien vloeistof en gas kan worden
samengedrukt in het koelsysteem.
Het is normaal dat de voorzijden
van de koelkast warm zijn. Deze zo-
nes zijn ontworpen om op te war-
men en condensatie te vermijden.
In sommige modellen schakelt het
indicatorpaneel automatisch uit 1
minuten nadat de deur sluit. Ze
wordt opnieuw ingeschakeld wan-
neer de deur geopend wordt of een
toets ingedrukt wordt.
5.3 Klimaatklasse en definities
Raadpleeg de klimaatklasse op het type-
plaatje van uw apparaat. Eén van de onder-
staande situaties is van toepassing op uw
apparaat naargelang de klimaatklasse."
• SN: Lange termijn gematigd klimaat: Dit
koelapparaat is ontworpen voor gebruik
bij een omgevingstemperatuur tussen 10
°C en 32 °C.
• N: Gematigd klimaat: Dit koelapparaat is
ontworpen voor gebruik bij een omge-
vingstemperatuur tussen 16°C en 32 °C.
• ST: Subtropisch klimaat: Dit koelappa-
raat is ontworpen voor gebruik bij een
omgevingstemperatuur tussen 16°C en
38°C.
• Tel.: Tropisch klimaat: Dit koelapparaat
is ontworpen voor gebruik bij een omge-
vingstemperatuur tussen 16°C en 43°C.
5.4 Hints en tips
Tips voor energiebesparing
• Het meest efficiënte energieverbruik
wordt gegarandeerd in de configuratie
met de laden in het onderste deel van het
apparaat en de planken gelijkmatig ver-
deeld. De positie van de deurvakken heeft
geen invloed op het energieverbruik.
• Open de deur niet te vaak en laat ze niet
langer open dan absoluut noodzakelijk.
• Stel geen te hoge temperatuur in om
energie te besparen tenzij dit wordt ver-
eist door de eigenschappen van de etens-
waren.
• Als de omgevingstemperatuur te hoog is
en de temperatuurregeling is ingesteld op
een lage temperatuur en het apparaat is
volledig geladen, is het mogelijk dat de
compressor ononderbroken is ingescha-
keld, wat resulteert in vorst- of ijsvorming
op de verdamper. In dat geval moet u de
temperatuur hoger instellen om de auto-
matische ontdooiing mogelijk te maken
en energie te besparen.
• Zorg voor een goede ventilatie. U mag de
ventilatieroosters of -roosters niet afdek-
ken.
Hints voor de koeling van verse etens-
waren
• correcte temperatuurinstelling waarbij de
etenswaren worden bewaard is een tem-
peratuur van minder dan of gelijk aan
4°C.
• Een hogere temperatuurinstelling in het
apparaat kan resulteren in een kortere
houdbaarheid van de etenswaren.
• Dek de etenswaren af met een verpak-
king om de versheid en smaak te bewa-
ren.
• Gebruik altijd gesloten containers voor
vloeistoffen en etenswaren om smaken
of geurtjes in het compartiment te vermij-
den.
• Om de kruisbesmetting tussen bereide
en rauwe etenswaren te voorkomen,
moet u bereide etenswaren altijd afdek-
ken en afscheiden van de niet-bereide of
rauwe etenswaren.
NL / 19
NL
RU
SV
ES