Specificatie van de kabel voor de stroomvoorziening
De volgende voedingskabel voorbereiden.
Voedingskabel: 1,25mm
ongeveer 8 tot 12mm.
Een extra lengte van ongeveer 0,1m (4in) is nodig om in het product te monteren in het apparaat.
Lengte van de voedingskabel
De maximale lengte van de voedingskabel mag niet groter zijn dan 98ft (30m).
Op de energietoevoer aansluiten
De voedingskabel en de aardingskabel op de klemmenstrook aansluiten. Zorg ervoor dat
ringklemmen voor M3 schroeven gebruikt worden.
Toepasbare gekrimpte klem: 1.25-3 (breedte: 6,5mm en minder)
Bekabelingsprocedure
De afdekplaat van de klemmenstrook op het achterste paneel verwijderen.
Het snoer door de kabeldoorvoer steken en met de klemmenstrook verbinden (zie label op de
klemmenstrook). Aantrekkoppel voor M3 schroeven: 0,6 tot 1Nm.
Tijdens de bekabelingswerkzaamheden, geen andere delen aanraken, behalve de klemmenstrook.
De
afdekking
bekabelingswerkzaamheden.
2-3
Voorzorgsmaatregelen voor nieuwe installatie
Uitsluitend hiervoor opgeleid, gekwalificeerd personeel mag de nieuwe installatie
uitvoeren.
Wanneer het product verplaatst wordt en op een nieuwe plaats geïnstalleerd wordt na enkele testen, moeten
de volgende aanwijzingen evenals de procedures in Hoofdstuk 2 nageleefd worden.
De toevoerkabel verwijderen
De stroomtoevoer afsluiten wanneer u de kabel verwijderd.
・Uitsluitend hiervoor opgeleid, gekwalificeerd personeel mag de bekabeling uitvoeren
・De energiebron voor de bekabeling ontkoppelen. Geen werkzaamheden aan onder
spanning staande delen uitvoeren
2
(16AWG), drie wikkelingen (inclusief de aardingskabel), buitendiameter:
of
het
achterste
Waarschuwing
paneel
weer
bevestigen
Voorzorg
2 - 5
2 Transport / Installatie
na
beëindiging
van
de