4. Inbedrijfstelling
De melders worden met een basisinstelling vanaf fabriek gebruiksklaar ge-
leverd. De vooraf ingestelde gegevens zijn richtwaarden. Voor de inbedrijf-
stelling is optioneel de serviceafstandsbediening QuickSet plus verkrijgbaar.
Daarmee kunnen alle variabelen op afstand worden ingesteld.
4.1 Instellingen schakelcontact «Licht»
Stelschroef
Bij wijziging van de lichtsterkteschakelwaarde of een nalooptijd met de des-
betreffende stelschroef schakelt de aanwezigheidsmelder gedurende 10 min.
over naar de servicefase (zie paragraaf 4.3).
Lichtsterkteschakelwaarde «LUX»
●
Doorgangszones (geen werkruimte)
●
Werkruimtes (kleine ruimtes etc.)
●
Uitschakeling van de lichtsterktemeting
PresenceLight 360
108
Schaalverdeling
ca. 2
ca. 4
«on»