Type CRONOS
Opnieuw in elkaar zetten
Hermonteer alle onderdelen door de montage in omgekeerde
volgorde te volgen zoals hierboven beschreven (zie hoofdstuk
Algemeen onderhoud).
Zorg er bij het in elkaar zetten van onderdelen voor dat ze vrij
bewegen en geen wrijving veroorzaken. Zorg voor het volgende:
a. O-ringen en membranen moeten worden gesmeerd door een
dunne laag 'Molykote 55 M'-vet aan te brengen.
Let op dat u ze niet beschadigt tijdens het weer in elkaar
zetten. Alle andere onderdelen van de regelklep hebben
geen smering nodig.
b. De klemschroeven van het deksel (item 10) moeten
gelijkmatig worden aangehaald om te zorgen voor
goed vastzitten.
c. De werking, de kalibratie en de dichtheid van de
regelklep moet worden getest zoals beschreven in
hoofdstuk Gasdichtheidstest.
d. Eerder gedemonteerde fittingen moeten worden aangesloten.
Controleer op lekken met zeepsop.
Kalibratie
Zie de paragraaf Afstelling regelklep op pagina 11.
Regelkleppen van Type PRX/181-PN,
PRX/182-PN en Versterkerkleppen
PRX/131 (Zie Afbeelding 15 en 16)
Installatie
Identiek aan Serie PRX/120, PRX/125 (zie pagina 15).
Opstarten
Identiek aan Serie PRX/120, PRX/125 (zie pagina 15).
Periodieke controles
De dichtheid van de regelklep moet regelmatig worden getest
met behulp van de volgende procedure:
a. Lever normale bedrijfsdruk aan fitting A.
b. Zorg ervoor dat er geen gas uit fitting B stroomt.
Onderhoud
Identiek aan Serie PRX/120, PRX/125 (zie pagina 15).
Kalibratie
Identiek aan Serie PRX/120, PRX/125 (zie pagina 15).
16
Types PS/79, RE/79, PS/80 en RE/80 (Zie
Afbeelding 17)
Installatie
a. Zorg ervoor dat de gegevens op het plaatje van de regelklep
compatibel zijn met de feitelijke werkomstandigheden.
b. Installeer als aangegeven voor regelaar.
Opstarten
Raadpleeg de opstartinstructies die van toepassing zijn op
de regelaar.
Periodieke controles
Sluit langzaam de 'slam-shut' van de uitlaat en controleer de
leidingdruk tussen dit en de regelaar.
Er moet een lichte drukverhoging worden waargenomen: dit
is het gevolg van overbelasting als gevolg van sluiten, en
wordt gevolgd door drukstabilisatie. Als de uitlaatdruk echter
blijft stijgen, is de afdichting defect. Controleer of de lekkage
afkomstig is van de regelaar of de regelklep, en voer service uit.
Onderhoud
△
Service mag alleen worden uitgevoerd door
gekwalificeerd, ervaren personeel. Neem voor meer
informatie contact op met de vertegenwoordigers
van onze technische ondersteuning of onze
erkende dealers.
Laat gas onder druk uit het desbetreffende
onderdeel van het systeem stromen voorafgaand
aan onderhoud.
Filter vervangen
a. Verwijder de schroeven (item 41), het deksel (item 59) en
vervang het vilt (item 61).
Zet weer in elkaar door de bovenstaande reeks om te keren.
Stabilisatormembraan en afdichtplaat vervangen
a. Verwijder de schroeven (item 41), het deksel (item 64), de
veer (item 47) en het membraan (items 48, 49, 50, 51, 52
en 53). Vervang het membraan indien nodig.
b. Schroef de zitting (item 54) los en vervang de plaathouder
(item 56).
c. Zet opnieuw in elkaar door de bovenstaande volgorde om te
draaien, en zorg ervoor dat u O-ringen (item 55) niet beknelt.
Klepafdichtingsplaten vervangen
a. Verwijder de plug (item 27) en zitting (item 30). Schuif de veer
(item 32), de plaathouder (item 34) en de gevorkte as (item 35)
naar buiten.
b. Vervang de plaathouder (item 34) en de O-ring (item 37).
Zet weer in elkaar door de bovenstaande reeks om te keren.
OPGELET