Type CRONOS
Onderhoud
Routinematig onderhoud van de controller omvat gewoon
periodieke controle van het membraan op het Type OS/80X
(de lipafdichting van de zuiger op het Type OS/84X) en de
beweging van de hendels, d.w.z. dat ze vrij moeten bewegen
met een minimale wrijving. Smeer de pennen indien nodig met
"Molykote 55 M".
▲
WAARSCHUWING
Voor een geslaagde taak is het onmisbaar
om gekwalificeerd personeel te gebruiken,
door eventueel onze vertegenwoordigers van
technische ondersteuning in te schakelen.
Koppel voorafgaand aan het starten van
onderhoud de impulsaansluiting (A) los om er
zeker van te zijn dat er geen gas onder druk
in de regelklep is.
Controleer de dichtheid met zeepsop wanneer
u klaar bent met onderhoud.
Membraan vervangen (alleen OS/80X-serie)
a. Verwijder de schroeven (item 27) en het deksel (item 61).
b. Vervang het membraan (item 62).
c. Om het membraan opnieuw te monteren, geeft u het
een laag vet, zet het op zijn plaats rond de rand van het
deksel (item 61) en draai de schroeven (item 27) gelijkmatig
vast om een goede afdichting te verzekeren.
Vervangen van O-ring (alleen item Typen OS/84X en OS/88X)
a. Verwijder de plug (item 61) en haal de zuiger (item 68) uit de
behuizing (item 60).
b. Vervang de O-ring (item 67) en de lipafdichting (item 66).
c. Zet opnieuw in elkaar door bovenstaande procedures om
te draaien.
Algemeen onderhoud
a. Verwijder de schroeven (item 40) en de behuizing (item 47).
b. Verwijder de paspennen (item 12) en bus (item 13).
c. Schuif de pen (item 6), hendel (items 17 en 2), kogels
(item 10) en vulring (item 15) eraf. Was de onderdelen en
vervang ze indien versleten.
d. Verwijder moeren (items 18), hendels (items 20 en 36) en
veren (items 37 en 21).
e. Verwijder de moer (item 30), schroef (item 29) en hendel
(item 33).
f. Verwijder de minimale registerschroef (item 49), maximale
registerring (item 50) en veren (items 53 en 54).
g. Verwijder het deksel (item 61) op de OS/80X-serie of de
behuizing (item 60) op types OS/84X en OS/88X en ga
verder zoals voorgeschreven in het hoofdstuk Vervangen
van membraan-/O-ring.
h. Verwijder de moer (item 70) en de borgmoer (item 69) en
schuif ze vervolgens de as (item 57) eraf.
i. Draai de paspen (item 3) los, schroef de ring (item 9)
los, verwijder de kogelhouder (item 5) en controleer de
afdichtingen (items 4 en 8) op slijtage.
j. Reinig alle onderdelen met benzine en vervang
versleten onderdelen.
14
Opnieuw in elkaar zetten
Zet alle onderdelen opnieuw in elkaar door de stappen in het
hoofdstuk Algemeen onderhoud om te draaien.
Zorg er bij het werken voor dat alle onderdelen vrijelijk en zonder
wrijving werken. Smeer ze indien nodig met Molykote 55 M.
Zorg voor het volgende:
a. Beperk de ruimte tussen de moeren (items 30 en 18) zodat
de hendels (items 33, 36 en 20) minimale speling hebben en
toch vrij kunnen bewegen zonder wrijving.
b. Voordat u de minimumveer (item 54) monteert, registreert u
de positie van de hendel (item 33) door middel van een moer
(item 70) en vergrendel deze met de borgmoer (item 69).
Opmerking
De hendel (item 33) bevindt zich in de juiste positie
wanneer hij precies horizontaal staat en in het
midden van de groef van de hendel (item 36).
c. Hermonteer nu de hendel (item 17 en 2), kogels (item 10),
waarbij u ze in hun zitting houdt met vet, en as (item 6),
die moet worden gedraaid zodat de kogels in hun zittingen
komen. De as en hendel moeten nu stevig aan elkaar
bevestigd zijn.
d. Monteer de bus (item 13) weer terug en zorg dat de
paspennen stevig in de groeven van de as (item 6)
zijn geplaatst.
e. Controleer herhaaldelijk of de regelklep correct wordt gereset
en monteer ten slotte de minimumveer (item 54) weer terug.
f. Controleer altijd de instelling van de regelklep.
Minimum- en maximuminstelling
a. Zorg dat de hendel (item 33) horizontaal staat wanneer
de regelklep wordt gereset. Gebruik indien nodig moer
en borgmoer (item 69 en 70) om af te stellen (zie stap b,
hoofdstuk Opnieuw in elkaar zetten).
b. Gebruik de ringmoer (item 50) om de maximale drukveer
(item 53) volledig te laden. Draai de schroef (item 49) los om
de minimale drukveer (item 54) volledig te ontlasten.
c. Ontkoppel de drukregelpijp (A).
d. Gebruik via de drukregelaansluiting een kleine pomp of
een ander geschikt middel om de druk naar het normale
bedrijfsniveau te verhogen.
e. Reset de regelklep en verlaag de druk totdat deze het
minimale uitschakelniveau bereikt.
f. Gebruik register (item 49) om de veer (item 54) langzaam
te laden totdat de regelklep wordt geactiveerd.
g. Herhaal de hierboven beschreven procedures (d) en (e)
en voer eventueel noodzakelijke aanpassingen aan de
instelling uit.
h. Breng de druk terug naar de normale waarden.
i. Reset de regelklep en verhoog de druk totdat deze het
maximale afsluitniveau bereikt.