Inhoudsopgave
Advertenties
NL
6.5
Vervangen van het spreekmembraan
1.
Knoop het binnenmasker los.
2.
Schroef de schroefring uitademventiel los uit het masker met de maskersleutel.
3.
Verwijder de O-ring en het spreekmembraan.
4.
Het nieuwe spreekmembraan plaatsen:
a.
Plaats het spreekmembraan in de componentbehuizing met de gele kant zichtbaar.
b.
Plaats de O-ring weer.
5.
Schroef de schroefring er weer in met de maskersleutel (aanhaalmoment: 5 Nm).
6.
Voer een dichtheidstest uit (→
6.6
Dichtheidstest van het masker
Het testen van de maskers op dichtheid wordt uitgevoerd met behulp van een daarvoor
geschikt MSA-testtoestel (d.w.z. SmartCHECK) in overeenstemming met de betreffende
gebruiksaanwijzing.
1.
Maak het masker vast op het testtoestel.
2.
Test het masker volgens de gebruiksaanwijzing van het testtoestel.
Het masker inclusief het uitademventiel voldoet aan de voorwaarden als met een vochtig uitademventiel en
een vacuüm van 10 mbar tot stand gebracht in het masker, in een minuut de drukverandering niet meer dan
1 mbar is.
Lekkende maskers mogen niet worden gebruikt.
Openingsdruk van het uitademventiel testen
De openingsdruk van het uitademventiel moet tenminste 4,2 mbar zijn, anders mag het masker niet worden
gebruikt.
6.7
Visuele test en functietest
Visuele test
1.
Inspecteer het masker op mogelijke schade zoals vervormingen, kleverigheid of scheuren.
Ventielschijven, vooral uitademingsventielschijven, zijn cruciale functie-onderdelen van het masker.
2.
Niet werkende of beschadigde onderdelen moeten onmiddellijk worden vervangen.
3.
Als het gelaatsstuk nog lekdicht is tijdens het testen, hoeven kleine openingen in het vizierframe of
tussen vizierframe en adapter niet gesloten te worden door de schroeven te verstellen. In geval van
lekken de schroeven opnieuw plaatsen en het juiste aanhaalmoment toepassen.
Functietest
Nadat het masker in elkaar is gezet, moeten de bewegende delen, vooral de ventielschijven, worden getest
op onbelemmerde beweging.
1.
Inspecteer het vizier op scheuren, krassen en goede afdichting op het rubber van het masker.
2.
Zorg ervoor dat het uitademventiel schoon is en goed werkt. Het ventiel moet van de zitting afkomen
wanneer het wordt losgelaten.
25
4.
Breng de afdekking van de componentbehuizing
weer aan
(→ hoofdstuk 6.3.2
6.6
).
G1-H masker - overdruk
6 Onderhoud
).
Advertenties
Inhoudsopgave
