INSTALLATIEHANDLEIDING
vloer vóór de inzethaard moet bedekken om de vloer te beschermen tegen
vallende gloeiende deeltjes.
De inzethaard moet op veilige afstand van brandbaar materiaal worden
geplaatst. Vanwege het brandgevaar mogen geen brandbare voorwerpen
(zoals meubels) worden geplaatst binnen de aangegeven afstanden in de
hoofdstukken over de opstelling. Houd bij het kiezen van een locatie van
uw RAIS/ATTIKA-inzethaard rekening met de warmteverdeling naar andere
ruimtes om zo het meeste plezier van uw nieuwe kachel te krijgen.
Controleer de inzethaard bij ontvangst op eventuele defecten.
SCHOORSTEEN
De schoorsteen moet minimaal zijn vervaardigd uit T400-N1-D-50050-G100
rookgasafvoer en hoog genoeg zijn zodat de trekomstandigheden in orde
zijn, dat wil zeggen -12 tot -18 pascal. Als de aanbevolen schoorsteentrek niet
wordt bereikt, kunnen er problemen ontstaan waarbij er tijdens het stoken
rook uit de deur komt. Wij raden aan om de schoorsteen aan te passen aan
de rookafvoeraansluiting. De rookafvoeraansluiting heeft een diameter van
200 mm.
Als de trek te groot is, wordt u aangeraden de schoorsteen of het rookkanaal
te voorzien van een trekregelaar. Bij de montage hiervan moet u zorgen
voor een doorstroomoppervlak van ten minste 20 cm² bij een gesloten
trekregelaar.
Houd er rekening mee dat het reinigingsluik op de schoorsteen vrij
toegankelijk moet zijn.
De lengte van de schoorsteen, gerekend vanaf de bovenkant van de
inzethaard, mag niet korter zijn dan 3 meter en moet minstens 80 cm boven
de nok van het dak uitsteken. Bij plaatsing van de schoorsteen aan de zijkant
van het huis mag de schoorsteen nooit lager zijn dan de nok of het hoogste
punt van het dak. Houd er rekening mee dat voor huizen met rieten dak vaak
nationale en plaatselijke regelgeving van toepassing is.
De kachel is geschikt voor aansluiting op een gecombineerde rookgasafvoer,
maar wij raden aan om de inlaten te plaatsen met een hoogteverschil
ertussen van min. 250 mm
NL - 5