Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
Opmerkingen:
• Vermijd open deuren en ramen.
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch.
• De ventilator draait ook na bereiken van de gewenste
instelwaarde continu in ontvochtigingsbedrijf.
Bedieningselementen
10
11 12 13
24
23
22
Nr. Aanduiding
10 LED Timer
11 LED Inside drying
(inwendige droging)
12 LED Low (laag)
13 LED High
14 LED
Condensreservoir vol
15 Segmentweergave
16 LED Continuous
17 LED Auto
18 LED Bedrijf
19 Toets On/Off (aan/
uit)
20 Toets Mode
21 Toets Humidity
(vochtigheid)
22 Toets Speed
23 Toets Drying
(droging)
24 Toets Timer
NL
14 15
16 17
21
20
Betekenis
Brandt bij geactiveerde timer
Brandt bij geactiveerde
zelfreinigings-functie
Brandt bij lage ventilatorsnelheid
Brandt bij hoge ventilatorsnelheid
(wasdroogfunctie)
Brandt als het condensreservoir vol
is of niet goed zit
Toont de relatieve luchtvochtigheid
en het aantal uren van de timer
Brandt bij geselecteerde
bedrijfsmodus continubedrijf
Brandt bij geselecteerde
bedrijfsmodus automatisch bedrijf
Brandt, als het apparaat is
ingeschakeld
Apparaat in- of uitschakelen
Omschakelen van de bedrijfsmodus
Instellen van de gewenste relatieve
luchtvochtigheid
Instellen van de ventilatorsnelheid
(wasdroogfunctie)
Zelfreinigings-functie in- of
uitschakelen
Timer-functie in- en uitschakelen:
1 uur tot en met 24 uur
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in het hoofdstuk montage en in
gebruik nemen is beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld
kan het worden ingeschakeld.
1. Druk op de toets On/Off (19) (aan/uit).
ð De LED Bedrijf (18) brandt.
Bedrijfsmodi instellen
1. Druk op de toets Mode (20) (modus), voor het instellen van
de gewenste bedrijfsmodus.
ð In de bedrijfsmodus continubedrijf brandt de
18
LED Continuous (Continu) (16).
ð In de bedrijfsmodus automatisch bedrijf brandt de
LED Auto (17).
Automatisch bedrijf
Het apparaat ontvochtigt de lucht continu tot het bereiken van
de ingesteld relatieve luchtvochtigheid.
Ga als volgt te werk, voor het instellen van de gewenste
19
luchtvochtigheid:
1. Druk op herhaaldelijk de toets Humidity (vochtigheid) (21).
ð De gekozen luchtvochtigheid wordt in de
segmentweergave (15) weergegeven.
Deze bedrijfsmodus kan ook worden gebruikt voor wasdroging.
Kies hiervoor de hoogste ventilatorsnelheid en houd rekening
met de aanbevolen vochtigheidswaarden, die zijn opgegeven bij
Wasdroging.
Continubedrijf
Het apparaat ontvochtigt continu, onafhankelijk van de
luchtvochtigheid.
Tijdens continubedrijf kan de ventilatorsnelheid handmatig
worden ingesteld.
Ventilatorsnelheid instellen
U kunt omschakelen tussen een lage en een hoge
ventilatorsnelheid.
1. Druk op de toets Speed (22).
ð Bij de lage ventilatorsnelheid brandt de
LED Low (laag) (12).
ð Bij de hoger ventilatorsnelheid brandt de
LED Hoog (hoog) (13).
Auto-stop-functie
Is het condensreservoir vol of niet correct geplaatst, stopt het
apparaat automatisch.
De LED Condensreservoir vol (14) brandt.
Memory-functie
Bij het weer inschakelen van het apparaat zijn de gekozen
instellingen voor de bedrijfsmodus en de relatieve
luchtvochtigheid en de ventilatorsnelheid opgeslagen.
Ook bij korte stroomonderbrekingen onthoudt het apparaat de
instellingen. Het apparaat zal in dit geval weer automatisch
worden ingeschakeld. De vorige instellingen zijn opgeslagen.
luchtontvochtiger TTK 26 E
9
Advertenties
Inhoudsopgave
