Micropilot FMR60B/62B/63B/66B/67B
Veiligheidsinstruc
ties: installatie
Endress+Hauser
A
3
2
1
A
Zone 1, zone 21
1
Tank; Zone 0, Zone 1, Zone 20, Zone 21
2
Elektronicamodule
3
Behuizing
4
Bijbehorende intrinsiekveilige voedingseenheden
5
Potentiaalvereffening
6
Locale potentiaalvereffening
• Na uitlijnen (roteren) van de behuizing, borgschroef vastzetten.
• Wanneer het instrument is aangesloten op gecertificeerde
intrinsiekveilige circuits categorie Ex ib voor apparaatgroep IIC en IIB,
verandert het type beveiliging naar Ex ib IIC en Ex ib IIB. Gebruik de
sensor niet in Zone 0 wanneer deze wordt aangesloten op een
intrinsiekveilig circuit categorie Ex ib.
• Wanneer het instrument is aangesloten op gecertificeerde
intrinsiekveilige circuits categorie Ex ib voor apparaatgroep IIIC en
IIIB, verandert het type beveiliging naar Ex ib IIIC en Ex ib IIIB.
Gebruik de sensor niet in Zone 20 wanneer het wordt aangesloten op
een intrinsiekveilig circuit categorie Ex ib.
• Constante bedrijfstemperatuur van de aansluitkabel: ≥ T
• Houd de geldende richtlijnen aan bij het onderling aansluiten van
intrinsiekveilige circuits.
• Houd de maximale procesomstandigheden aan conform de
bedieningshandleiding van de fabrikant.
• Installeer het instrument zodanig, dat geen mechanische schade of
krachten optreden tijdens bedrijf. Let met name op de
stromingsomstandigheden en de tankfittingen.
XA02876F-A
4
5
5
6
A0025536
+20 K.
a
13