Bedieningsinstellingen
Kanalen
D e k a n a a l i n d i c a t o r g e e f t f e e d b a c k t i j d e n s d e c o n f i g u r a t i e v a n d e
afstandsbediening. Richting-, kantel- en rol-kanalen kunnen opnieuw worden
toegewezen en elke as kan ook worden omgekeerd. Normaal betekent dat de
richting van de beweging hetzelfde is als de joystick. Omgekeerd betekent dat
de richting van de beweging tegenovergesteld is aan die van de joystick.
Wanneer je de joystick gebruikt, kun je alleen CH1 en CH3 bedienen, die
standaard is toegewezen aan de kantel- en richtingas. Je kunt de toewijzing
van kanalen aanpassen door op de naam van de as aan de rechterkant van het
scherm te tikken.
Beweging
Je kunt de joystickbediening instellen door de deadband, maximale snelheid,
soepelheid en eindpunten voor elke as aan te passen. Er zijn drie standaard
profielen voor elke instelling.
Deadband
naarmate de waarde van de deadband toeneemt, zal er meer beweging van de
joystick nodig zijn om een beweging van de gimbal te krijgen.
Max.
Hiermee kun je de op afstand bestuurde rotatiesnelheid regelen.
snelheid
Soepelheid
Hiermee kun je de gevoeligheid van de gimbal regelen.
Eindpunt
Beperkt het bereik van de rotatie van de gimbal door de eindpunten in te
stellen. De richtingas heeft een sleepring, waardoor de gimbal continu kan
roteren wanneer de eindpunten op 180° zijn ingesteld. Op de kantelas kun je
de eindpunten naar wens instellen. Sommige langere lenzen kunnen het frame
van de gimbal raken. Stel het eindpunt van de hoek in om dit te voorkomen.
DJI RS 4 / RS 4 Pro Gebruikershandleiding
©
2024 DJI OSMO Alle rechten voorbehouden.
47