b. Volg de onderstaande afbeelding (bovenaanzicht) en draai de kantelas zodat de
cameralens omhoog wijst. Controleer of het zwaartepunt van de camera niet aan de
boven- of onderkant ligt. Als het zwaartepunt aan de bovenkant ligt, beweeg je de camera
naar achteren. Als het zwaartepunt aan de onderkant ligt, beweeg je de camera naar
voren. Draai de knop van de montageplaat los
en weer om het zwaartepunt aan te passen.
c. Draai de knop van de montageplaat vast terwijl je de camera omhoog houdt. De verticale
kanteling is uitgebalanceerd wanneer de camera stabiel is en naar boven wijst.
2. Diepte voor de kantelas uitbalanceren
a. Draai de kantelas tot de cameralens vooruit is gericht.
b. Controleer of het zwaartepunt van de camera niet aan de voor- of achterkant ligt. Als
het zwaartepunt aan de voorkant ligt, beweeg je de camera naar achteren door de
knop te verdraaien. Als het zwaartepunt aan de achterkant ligt, beweeg je de camera
naar voren. Ontgrendel de hendel
snelkoppelingsplaat
c. Zet de hendel op de montageplaat in de vergrendelde stand. De kantelas is
uitgebalanceerd wanneer de camera stabiel is en 45° omhoog of omlaag is gekanteld.
d. Vergrendel de kantelas
2
op de montageplaat en beweeg de onderste
heen en weer om het zwaartepunt aan te passen.
.
DJI RS 4 / RS 4 Pro Gebruikershandleiding
en beweeg de montageplaat
3
1
©
2024 DJI OSMO Alle rechten voorbehouden.
heen
15