●
verkleining van doorsneden en verstopping van
onderdelen, bijv. warmtewisselaars, buisleidin-
gen, pompen
●
materiaalmoeheid
●
vorming van gasbellen en gaskussens (cavitatie)
●
vermindering van de warmteoverdracht, bijv. door
vorming van aanslag, afzettingen en daarmee
samenhangende geluiden, bijv. kookgeluiden,
stroomgeluiden
► Neem bij alle werkzaamheden aan en met het ap-
paraat de informatie in deze handleiding in acht.
Ongeschikte kwaliteit van het vul- en
bijvulwater in het verwarmingscircuit
Het rendement van de installatie en de levensduur van
de warmteopwekker en de verwarmingscomponenten
hangen in belangrijke mate af van de kwaliteit van het
verwarmingswater.
Wanneer de installatie met onbehandeld drinkwater
wordt gevuld, slaat calcium als ketelsteen neer. Aan
de warmteoverdrachtsvlakken van de verwarming ont-
staat dan kalkaanslag. Hierdoor daalt het rendement
en stijgen de energiekosten. In extreme gevallen wor-
den de warmtewisselaars beschadigd.
Vul de installatie uitsluitend met gedemineraliseerd
verwarmingswater (demi-water) of water conform
VDI 2035.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83059200dNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
3
Bedrijf en onderhoud
OPMERKING
Het apparaat wordt via het bedieningsele-
ment van de verwarmings- en warmtepom-
pregelaar
bediend
van de verwarmings- en warmtepomprege-
laar).
3.1 Energie- en milieubewuste
werking
Ook bij het gebruik van een warmtepomp blijven de al-
gemeen geldende voorwaarden voor een energie- en
milieubewuste werking van een verwarmingsinstallatie
onveranderd van kracht. Tot de belangrijkste maatre-
gelen behoren:
●
geen onnodig hoge aanvoertemperatuur
●
geen onnodig hoge temperatuur warm drinkwater
(neem de lokale voorschriften in acht)
●
de ramen niet continu op een kier/in kiepstand
zetten (ventileren), maar korte tijd helemaal ope-
nen (luchten).
●
let op de juiste instelling van de regelaar
3.2 Onderhoud
Het apparaat alleen aan de buitenzijde schoonvegen
met een vochtige doek of een doek en een milde rei-
niger (afwasmiddel, neutrale reiniger). Gebruik geen
agressieve, schurende, zuur- of chloorhoudende reini-
gingsmiddelen
(
gebruiksaanwijzing
5