Foutopsporing:
?
De turbine start niet bij een druk op START
Antwoord:
De magneet bij de stopsensor is niet aanwezig, of de voeler of de kabel van de voeler is beschadigd.
Stopvoeler: De markering
moet aanwezig zijn wanneer de magneet op zijn plek is, en weg wanneer de magneet wordt verwijderd. Zie
menu 3.
Een beschadigde kabel kan worden hersteld door een verbinding te gieten met epoxy, of met een krimpkous met lijm.
Maar aangezien de sensoren gevoeliger zijn dan telefoonkabels in de grond, moet dit als een noodoplossing worden gezien.
Als er een pressostaat gemonteerd is, moet er waterdruk zijn. De markering
moet aanwezig zijn bij voldoende druk.
?
Geen getal in het display.
Antwoord:
De verbinding met de accu is onderbroken. De zekering in de kast kan gesprongen zijn. De zekering springt als de accu verkeerd wordt
aangesloten.
Af fabriek zit een extra zekering op een enkele zekeringsklem op de printplaat.
Zekering 5 A. Accuspanning 12 V. Zie menu 2.
?
De klok staat op 00:00
Antwoord:
Als de stroom onderbroken is geweest, wordt de klok op nul gezet. De eindtijd is dan het aantal uren en minuten totdat de beregening klaar is.
Zie pagina 15 voor het instellen van de klok.
?
Het aantal meter wordt niet goed geteld en de snelheid is niet juist.
Antwoord:
Als de snelheid wordt gemeten met een rol die op de slang loopt, controleert u of de rol soepel loopt of dat er misschien situaties zijn
waarbij de rol niet goed op de lang ligt. Controleer ook of de sensor en kabel van de rol in orde zijn.
Zie menu 3 snelheidssensor.
De 2 markeringen
moeten tijdens het uitrollen branden in deze volgorde vanaf rechts: De eerste brandt, daarna de tweede, de eerste
gaat uit, daarna de tweede. Tijdens het oprollen in omgekeerde volgorde.
?
Er is misschien maar de helft of 2/3 van de werkelijke lengte geteld.
Antwoord:
De stopbeugel met magneet voor de stopsensor heeft misschien een sprong gemaakt, waardoor de magneet een ogenblik bij de
stopsensor weg is geweest. Daarbij wordt de teller op nul gezet. Of de winding van de slang was zo los dat zit van invloed was op
oprolbeugel.
Dat is in der regel hetzelfde als beïnvloeding van de stopbeugel en zorgt voor hetzelfde resultaat.
Hoewel de meters niet in het geheugen staan, de beregening wordt toch uitgevoerd met de gekozen snelheid en machine stopt normaal.
Er kunnen echter afwijkingen zijn al de snelheid wordt gemeten op een schijf van de versnelling, en de berekening gebeurt op basis van
formules die zijn in gevoerd in MACHINEGEGEVENS. Dat komt dan doordat de elektronica dan niet weet op welke slanglaag de machine
rijdt. Ten slotte kunnen de meters handmatig worden ingevoerd.
24