Instellen/Opstarten
Instellen/Opstarten
Deze apparatuur blijft onder druk staan totdat deze
handmatig wordt ontlast. Om ernstig letsel
veroorzaakt door vloeistof onder druk te voorkomen,
zoals injectie door de huid, opspattende vloeistof en
bewegende onderdelen, dient u de instructies onder
Drukontlastingsprocedure te volgen wanneer u stopt
met spuiten en voordat u de apparatuur reinigt,
controleert of er onderhoud aan pleegt.
1. Voer de Drukontlastingsprocedure, pagina 9 uit.
2. Voer de Aardingsprocedure (Alleen voor
ontvlambare spoelvloeistoffen), pagina 9 uit als u
ontvlambaar materiaal gebruikt.
3. Vul de halspakkingmoer met Throat Seal Liquid
(TSL) om te voorkomen dat de pakking te snel slijt.
4. Controleer het oliepeil van de motor.
Voeg SAE 10W-30 (in de zomer) of 5W-30
(in de winter) bij. Zie de handleiding van de motor.
5. Vul de brandstoftank.
10
ti3307a
ti3308a
ti3309a
6. Zet de pompkraan of -kranen op OFF (250
één pompkraan; 250
7. Monteer de zeef of zeven wanneer deze waren
verwijderd.
ti3430a
8. Schakel vulventiel(en) uit (250
vulventiel; 250
heeft twee vulventielen).
DC
Draai de drukregeling linksom op de laagste druk.
ti6473a
OPMERKING: De minimale slangafmeting
die is toegestaan voor goede werking van het
spuitapparaat is 9,5 mm x 3,3 m (3/8 inch x 11 ft.).
9. Plaats de sifonbuisset(s) in een geaarde metalen
emmer die deels gevuld is met spoelvloeistof.
Bevestig een massadraad aan een goede aarding.
Spoel verf op waterbasis uit met water en verf
op oliebasis en opslagolie met white spirit.
VERF
PAINT
SPS
heeft twee pompkranen).
DC
ti23144a
heeft één
SPS
ti3441a
ti3310a
SPOELEN
FLUSH
3A3752C Bediening
heeft