3
3
Opnamen maken
Zodra de camera klaar is voor gebruik kunt u opnamen maken.
De camera de optimale instellingen laten
bepalen
Deze camera is uitgerust met een grote verscheidenheid aan
opnamefuncties. Probeer eerst foto's te maken met de eenvoudigste
opnamestand.
Zet de functiekiezer op B.
1
In de stand b (Autom. opname) selecteert de camera de
optimale opnamestand voor het onderwerp.
2 2
Kader het onderwerp in met het scherpstelkader op het scherm.
Met de zoomknop kunt u het
3
opnamegebied wijzigen.
Rechts (5)
Links (6)
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
4
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen als het
onderwerp is scherpgesteld.
Als u de flitser wilt gebruiken, verschuift u de knop om de
flitser uit te klappen.
16
Vergroot het
onderwerp.
Verbreedt het
opnamegebied dat
de camera vastlegt.
6
6
5
5