Inhoudsopgave
Advertenties
Met de recorder kunt u een of meer records opslaan, d.w.z. sets meetrecords. Het maximale
cumulatieve aantal records in het geheugen is 5000. Het laagste aantal records is 1 record, wat betekent
dat u tot 5000 afzonderlijke records kunt opnemen.
U kunt opnames in- en uitschakelen in de recorder. Elke opname heeft zijn eigen unieke tag. Dit
maakt een eenduidige toewijzing van records aan de opnamegegevens mogelijk. Deze oplossing
voorkomt verwarrende records van verschillende opnames nadat ze naar de computer zijn overgebracht
Het recordergeheugen kan in een van de twee modi werken: lineair of cirkelvormig. In de lineaire
modus is het geheugen vol totdat de laatste cel wordt gebruikt, waarna de opname wordt gestopt. In de
cirkelvormige modus gaat de opname door totdat de batterij leeg is of totdat het apparaat door de
gebruiker wordt uitgeschakeld. De resultaten worden opgeslagen in een lus, d.w.z. nadat het geheugen
vol is, worden de oudste records overschreven met de nieuwste. De laatste 5000 records worden
opgeslagen. De opname wordt gemaakt met het vooraf ingestelde interval.
4.1
Het opname-interval en de geheugenmodus instellen
4
►
►
+
Houd de knop
Het opname-interval wijzigen. Gebruik knoppen
om de instelling te wijzigen (1... 59 s, dan 1... 30 min).
De geheugenmodus wijzigen.
Gebruik knoppen
Druk op de knop
naar de meetfunctie of sluit de instellingen af zonder de
wijzigingen te bevestigen door tegelijkertijd op
te drukken.
IRM-1 – GEBRUIKERSHANDLEIDING
Recorder
Druk op de knop
te schakelen.
ingedrukt, druk op
– lijnmodus
– cirkelvormige modus
om de wijzigingen te bevestigen en ga
om de recorder in
.
om de instelling te wijzigen.
en
15
Advertenties
Inhoudsopgave
