2.3
Koppelen met een mastermeter
Voer de koppeling uit op de hoofdmeter.
De IRM-1 kan worden gekoppeld aan maximaal 3 mastermeters. Bij elke volgende
koppeling wordt de oudste koppeling met een mastermeter uit het geheugen verwijderd.
Eenmaal gekoppeld aan een mastermeter, zal de IRM-1 het onthouden. Wanneer het
apparaat binnen het bereik van de gekoppelde mastermeter komt, die een
verbindingsverzoek verzendt, wordt de verbinding automatisch gemaakt.
12
Zet de meter aan.
Houd de HOLD-knop ingedrukt en druk op OK.
+
Het apparaat bevindt zich in de koppelingsmodus.
Succesvolle koppeling wordt aangegeven door een bericht.
Vervolgens keert het apparaat terug naar het weergeven van
de meetwaarden.
IRM-1 – GEBRUIKERSHANDLEIDING