Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
Aansluitingen
1
Sluit het netsnoer van de netadapter aan op de DC IN-
aansluiting op de beeldprocessorunit.
2
Sluit het uitgangssignaal van een medisch apparaat
aan op een INPUT-aansluiting op de achterkant van
de beeldprocessorunit.
Sluit de kabels aan op de juiste aansluitingen,
gebaseerd op het signaaltype (SDI/DVI) en het type
video (2D/3D).
Als de video's voor het linker- en rechteroog van een
3D-video via afzonderlijke kabels worden verzonden,
sluit de video voor het linkeroog dan aan op de
2D-ingang en de video voor het rechteroog op de
3D-ingang.
3
Sluit zo nodig een afstandsbediening aan op de
REMOTE-aansluiting.
4
Gebruik de displaykabel om de kabelrelaisbox van de
aan het hoofd bevestigde monitor te verbinden met de
HMM-uitgang op de beeldprocessorunit.
5
Sluit het netsnoer van de netadapter op een
stopcontact aan.
6
Druk op de knop On/Standby op de
beeldprocessorunit om deze in te schakelen.
Als de HMM-indicator op de beeldprocessorunit
oranje gaat branden, druk dan op de knop On/Standby
op de aan het hoofd bevestigde monitor om deze in te
schakelen.
7
Schakel het medische apparaat in dat als signaalbron
gebruikt gaat worden.
20
Aansluitingen / De aan het hoofd bevestigde monitor plaatsen
De aan het hoofd
bevestigde monitor
plaatsen
Opmerking
Als de unit is bevestigd, bent u niet in staat om de omgeving
waar te nemen. Wij adviseren om de delen "De aan het
hoofd bevestigde monitor plaatsen", "Startinstellingen
configureren" en "De beeldprocessorunit bedienen" vooraf
te lezen en de algemene volgorde van de handelingen te
bestuderen.
De aan het hoofd bevestigde monitor kan niet worden
gesteriliseerd. Verontreinig uw handen daarom niet met
het bevestigen, aanpassen of anderszins aanraken van de
aan het hoofd bevestigde monitor tijdens een medische
ingreep.
Wij adviseren om de unit volgens één van de volgende
methoden te bevestigen.
• Draag een paar gesteriliseerde handschoenen na het
bevestigen van de unit met uw blote handen.
• Draag twee paar gesteriliseerde handschoenen en
verwijder het buitenste paar na het bevestigen van de unit.
Bevestigingspunten
A: Laat de achterband rustenwaar unit overgaat in uw
hoofd.
B: Maak de afstand tussen de armen van de band en uw
oren zo klein mogelijk.
C: Zorg dat uw neus niet in contact komt met de aan het
hoofd bevestigde monitor.
D: Maak de achterband en de hoofdband vast op een
comfortabele stand.
Aanpassen en balanceren van de strakheid van de
achterband en de hoofdband zorgt dat de aan het
hoofd bevestigde monitor goed aan uw hoofd is
bevestigd. Te strakke bevestiging kan ongemak en
hoofdpijn tot gevolg hebben tijdens langer gebruik.
Advertenties
Inhoudsopgave
