Functie REGIONAL MODE
(ontvangst van regionale
uitzendingen)
Enkele nationale stations zenden, op be-
paalde uren van de dag, regionale pro-
gramma's uit die per gebied verschillen.
Met deze functie wordt automatisch alleen
op lokale (regionale) stations afgestemd
(zie paragraaf "Functie EON").
Als u wilt dat de autoradio automatisch af-
stemt op regionale stations binnen het ge-
kozen netwerk, dan moet u deze functie
inschakelen.
De functie kan worden in-/uitgeschakeld
met toets
of
.
¯
˙
Op het display verschijnt de huidige status
van de functie:
❒ "REGIONAL MODE: ON": functie in-
geschakeld.
❒ "REGIONAL MODE: OFF": functie
uitgeschakeld.
Als de functie is uitgeschakeld en u hebt af-
gestemd op een regionaal station dat in een
bepaald gebied uitzendt, dan zult u als u
in een ander gebied komt, het regionale
station van dat nieuwe gebied ontvangen.
BELANGRIJK Als de functies AF en REG ge-
lijktijdig zijn ingeschakeld en u reist in een
overgangsgebied tussen twee regio's, dan kan
de radio mogelijk niet correct op een juiste
alternatieve frequentie overschakelen.
18
FUNCTIE MP3 DISPLAY
(weergave van de gegevens van de
MP3-CD)
Met deze functie kunt u kiezen welke in-
formatie op het display wordt weergege-
ven als u naar een MP3-CD luistert.
Deze functie kan alleen worden gekozen
als er een MP3-CD is geladen: in dat ge-
val verschijnt op het display het opschrift
"MP3 DISPLAY".
De functie kan worden gewijzigd met
toets
of
¯
˙
Er zijn zes instellingen mogelijk:
❒ TITLE (titel van muziekstuk, mits met
ID3-TAG);
❒ AUTHOR (auteur van muziekstuk, mits
met ID3-TAG);
❒ ALBUM (albumnaam, mits met ID3-
TAG);
❒ DIR (naam die aan de map is toege-
kend);
❒ FILENAME (naam die aan het MP3-be-
stand is toegekend);
❒ TIME (verstreken speelduur vanaf het
begin van het muziekstuk).
Functie SPEED VOLUME
(snelheidsafhankelijke
volumeregeling)
Met deze functie wordt automatisch het
volume verhoogd als de snelheid toe-
neemt, waardoor het volumeniveau wordt
aangepast aan het achtergrondgeluid in het
interieur.
De functie kan worden in-/uitgeschakeld
met toets
of
. Op het display ver-
¯
˙
schijnt de huidige status van de functie:
❒ OFF: functie uitgeschakeld.
❒ LOW: functie ingeschakeld
(lage ontvangstgevoeligheid).
❒ HIGH: functie ingeschakeld
(hoge ontvangstgevoeligheid).